Dat zei VVD-fractieleider Rutte dinsdagavond op een debatavond op de Universiteit van de Nederlandse Antillen op Curaçao.Nederland, de Antillen en de afzonderlijke eilanden zijn vorig jaar overeengekomen een nieuwe staatkundige structuur te vormen. De Antillen op zich verdwijnen en alle vijf de eilanden krijgen een meer of mindere directe band met Nederland. Den Haag heeft zich bij deze omvorming garant gesteld voor een verlichting van de schuldenlast van ruim 2 miljard euro.

Alle eilanden hebben zich akkoord verklaard, alleen de Tweede Kamer moet er nog over stemmen. Rutte noemt de invoering van een terugkeerregeling voor ontspoorde Antillianen echter een voorwaarde voor de steun van zijn partij inzake de schuldenverlichting.

Dat is opmerkelijk, omdat VVD’er Nicolaï, als toenmalig minister van Koninkrijksrelaties, vorig jaar de slotverklaring heeft ontworpen, zonder dat te verbinden met de terugkeerregeling die voormalig VVD-minister Verdonk wilde invoeren.

Rutte is momenteel op de Antillen in verband met zijn deelname aan een toneelstuk onder leiding van PvdA-Kamerlid Leerdam. Rutte nam deel aan een drukbezocht debat met onder meer de Antilliaanse minister van Onderwijs Omayra Leeflang. Vanwege zijn recente uitspraken over het terugsturen van Antilliaanse ontspoorde jongeren ligt Rutte op de Antillen onder vuur.

Rutte nam dinsdagavond geen gas terug, maar benadrukte zijn „politieke standpunten. Kansarme Antilliaanse jongeren in Nederland die niet deelnemen aan het onderwijs en geen baan hebben, moeten terug. Antilliaanse jongeren die in Nederland in de criminaliteit zijn beland, moeten hun straf uitzitten op de Antillen.” De VVD wil geld beschikbaar stellen voor de bouw van jeugdgevangenissen, aldus Rutte.

De Antilliaanse minister Leeflang noemde het standpunt van Rutte over de terugkeerregeling „energieverspillend om over te praten, want het voorstel ligt dankzij de Raad van State in de prullenbak.”

Rutte stelde tevens de jeugdwerkeloosheid op de Nederlandse Antillen onaanvaardbaar hoog te vinden. Vooral Curaçao kent al geruime tijd een hoge jeugdwerkeloosheid, die onder meer wordt gevoed door een drop-outpercentage van middelbare scholieren van meer dan 30 procent.