Zo stil als in een Amerikaanse gemeente
Als Nederlandse gasten al niet eerder zijn opgevallen, halen de Amerikaanse leden van Hollandse immigrantenkerken ze er aan het einde van de dienst direct uit. De vreemdelingen zijn immers van huis uit niet gewend dat na het laatste psalmvers nog een toegift wordt gezongen. Ze kennen de woorden van deze nazang niet en staan dus met een mond vol tanden.
Het is vaak een kunststukje op zich, hoe de organist de melodie van het laatst gezongen vers weet te verbinden aan de inzet van de zogenoemde doxologie die in Amerikaanse gemeenten als slotzang wordt gezongen. Vaak kiest de begeleider van de gemeentezang voor het aanslaan van drie of vier forse akkoorden, die de leden voldoende tijd bieden om van hun zitplaatsen op te staan, de keel te schrapen en de goede toonhoogte te vinden. Voor het uitspreken van de zegen heft de gemeente nog eenmaal een lofzang aan, zoals bijvoorbeeld: ”Praise God, from Whom all blessings flow”.Voor Nederlandse bezoekers die gewend zijn aan de statige, niet-ritmische gemeentezang in hun eigen land, is het best even wennen wanneer zij in een Amerikaanse gemeente voor het eerst horen zingen uit de psalterbundel met meer dan 400 nummers. Soms hebben zij hetzelfde gevoel als ds. W. C. Lamain, die in 1947 naar de VS emigreerde. Komend van de gereformeerde gemeente van Rijssen vroeg hij zich in het begin af of hij wel bij een zustergemeente aan de overzijde van de oceaan terecht was gekomen. De gemeentezang in zijn nieuwe vaderland herinnerde hem meer aan de opwekkingsliederen die hij in Nederland wel uit de mond van heilssoldaten van het Leger had gehoord. Nadere bestudering van de psalterbundel leerde hem dat hierin de psalmen op goede, verantwoorde wijze waren gedicht en getoonzet.
De afwijkende gemeentezang als zodanig is niet het enige dat voor bezoekers uit het oude vaderland wennen is. Ze zijn ook verbaasd als de gemeente na de aankondiging van de tussenzang plotseling gaat staan en de opgegeven verzen zingt. Het gebruik bevordert de concentratie bij het luisteren naar het tweede deel van de preek in ieder geval wel; zij die door slaap dreigen te worden overmand zijn na de tussenzang in ieder geval weer goed wakker.
Dat geconcentreerd luisteren moeilijk is, weten Amerikaanse kerkgangers net zo goed als Nederlandse gasten. Om die reden nemen leden van de gereformeerde gemeente van Lynden ’s zondagsmorgens de catechismusverklaring mee waaruit die dienst een zondagsafdeling wordt gelezen. De kerkenraad van deze gemeente aan de westkust van de VS heeft elk gezin een exemplaar van de prekenbundel geschonken. De boeken zijn nog maar een goed halfjaar oud, maar uit de vele ezelsoren valt af te leiden dat ze intensief worden gebruikt. En wanneer de ouderling een bladzijde omslaat, bewijst het geritsel in de kerk dat er velen met hem dat doen.
Wellicht om te voorkomen dat het zaad van het Woord al voor het uitgaan van de kerk wordt weggepikt door de vogelen des hemels, zijn er na afloop van de dienst geen afkondigingen. Van het gemeentenieuws hebben de leden al voorafgaand aan de kerkdienst kennis kunnen nemen. Bij de ingang ligt een bulletin met daarin de afkondigingen, de namen van mensen voor wie voorbede wordt gedaan, de aankondiging van de collectes, eventuele verslagen van bijeenkomsten zoals van een ledenvergadering en -wanneer er nog ruimte over is- een kort meditatief stukje.
Deze aanpak heeft als bijkomend voordeel dat er voor de dienst weinig wordt gepraat. Ds. J. Doornebal, die in de vorige eeuw verschillende Amerikaanse gereformeerde gemeenten bezocht, gebruikte daarom eens de uitdrukking: „Zo stil als in een Amerikaanse gemeente”, als variant op de toen bestaande uitdrukking ”een jodenkerk”, waarmee een roezemoezerige samenkomst werd aangeduid.