„Nu snap ik hoe zwaar mijn moeder het had”
LOPIKERKAPEL - „Hoe hebben ze het volgehouden?” De wandelaars die deze dagen van Rotterdam naar Hattem lopen, komen er niet over uitgepraat. In zeven dagen lopen zij de route die honderden Nederlanders in de Tweede Wereldoorlog vanuit de steden naar het oosten liepen. Op zoek naar voedsel.
Deze maandagmorgen vertrekken ze uit Lopikerkapel, op weg naar Driebergen. Op een karretje dat ze meetrekken wapperen een Canadese, een Amerikaanse, een Australische en een Nederlandse vlag. Het is een internationaal gezelschap dat de hongertocht na tientallen jaren opnieuw loopt.Jake Bakker (75) is een van hen. Hij leeft tegenwoordig in de Amerikaanse staat Virginia, niet ver van Washington D.C. „In de oorlog woonden wij in Utrecht. Ik ben vijf keer op pad geweest voor voedsel. Voor rogge moesten we bij Deventer de brug over. Ging je voor aardappels dan moest je richting Hattem, Zwolle. Als we aardappels gingen halen, moesten we met een kar, want op de fiets kon je niet genoeg meenemen.”
Er was volgens Bakker genoeg voedsel in Nederland, maar niet op de goede plaats. „Vervoer binnen Nederland was lastig. Daarom moesten we naar het oosten. Bij de boeren in de buurt van de grote steden konden we niet meer terecht, die vroegen gerust een gouden ring in ruil voor voedsel.” Al vertellend is hij op de Lekdijk bij Vreeswijk uitgekomen. „Wat is het hier toch mooi.”
Gevaarlijk waren de voedseltochten niet, vertelt Baker, die in 1944 twaalf jaar oud was. „Kindergezichten werkten vertederend. De Duitsers deden nooit moeilijk.”
Op de terugtocht was het altijd opletten. „Even een plasje doen en de fiets onbeheerd achterlaten, kon echt niet. Ik moest altijd proberen rond schemertijd thuis te komen, zodat de mensen in de straat niet zagen dat ons gezin weer voorraad had.”
Ook bij andere wandelaars komen herinneringen boven, terwijl ze er de pas in zetten op de Lekdijk. Zo vertelt Johny Brinkhaus dat zij probeerde tijdens de hongertochten altijd rond het middaguur bij de boeren aan te kloppen: „Als je geluk had, kon je dan mee-eten of waren er nog restjes van de middagmaaltijd over.”
Ook Nederlanders lopen de route; zoals Leo Ros uit Hattem. „Wij woonden tijdens de oorlog in Den Haag. Met mijn zus en broertje ging ik regelmatig naar het Westland voor voedsel. Mijn moeder had tien kinderen. Later besefte ik pas hoe moeilijk het voor haar is geweest.”
Ross is van een ding overtuigd: „Veel mensen hebben in die tijd kracht gevonden in het geloof.”
De route loopt in Vreeswijk langs een pruimenboom met rijpe vruchten. Een paar pruimen liggen op de grond. Ros: „Kijk daar lopen we nu zo aan voorbij in deze tijd van welvaart.”
De wandelaars stappen stevig door. Op naar Driebergen. Morgen komen de wandelaars door Woudenberg, Scherpenzeel en Barneveld. Elke geïnteresseerde kan aanhaken. Gedetailleerde informatie is te vinden op www.hongertocht.org.
Eindbestemming is Hattem. De brug bij Hattem was een vitale schakel tijdens de Tweede Wereldoorlog. In Hattem wacht de wandelaars vrijdag een warm welkom. Op de IJsselbrug leggen Ton van Vugt en de anderen bloemen bij een herdenkingsplaat. Een eerbetoon aan hun ouders.