Daders
Ik neem aan dat u in het Woord vermaak schept en in de welsprekendheid van de predikant. Zoals die mensen bij Ezechiël, die zich verheugden omdat hij hun was als een lied der minnen. Maar de Heere zegt: Schoon zij uw woorden horen, zij doen ze niet.
Nee, het zijn niet de hoorders van het Woord, maar de daders. Indien wij het Woord horen en niet doen, wij bouwen onze huizen op het zand. Die zullen vallen wanneer de stormen komen en de winden gaan waaien. Een natuurlijk mens hoort het Woord en het is voor hem alsof hij in een schone tuin wandelt en zich een ogenblik vermaakt in de zoete geur van de bloemen. Maar een Godzalig hart vergadert in die tuin een ruiker van die bloemen. Hij verkwikt zich ermee als hij uit die tuin gaat.Maar, zegt u: Ik heb Gods kinderen lief. Dat kan wel zijn, maar wees dan wel op uw hoede dat u met dit merkteken niet bedrogen uitkomt. Er is immers een natuurlijke liefde, die u ook kunt hebben voor een Godzalige. Gelijk Achab: hij had Josafat lief en maakte een verbond met hem. Nochtans was Achab een goddeloos mens. En Herodes had Johannes de Doper lief en hoorde hem graag. Maar Herodes was goddeloos. Er is echter een geestelijke liefde ten opzichte van Gods kinderen, wanneer wij ze liefhebben om de genade van God.
John Wall, predikant te Londen (”Niemand dan Christus”, 1666)