Homohoofdstad
Zeven dagen lang staat de hoofdstad van Nederland in het teken van homoseksualiteit. Vandaag is het hoogtepunt van de festiviteiten: de Gay Pride, een grachtentocht door de Amsterdamse wateren met versierde boten. Een variant op de Koninginnedagoptochten en bloemencorso’s maar dan met boten vol homo’s en lesbiennes die uitbundig feestvieren.
”Pride” betekent ”trots”. Dat woord past er goed bij. Zowel de stad als de sterk vertegenwoordigde homo’s vinden dat ze het goed met zichzelf hebben getroffen.Burgemeester Cohen is trots op zijn stad: die staat stevig op de kaart als de ”Gay Capital of Europe”, de homohoofdstad van Europa. Hij is vooral blij vanwege de vele boten die een inhoudelijk thema presenteren. Niet zomaar een schuit waarop wat homo’s staan te zwaaien, maar een boot met een boodschap. Zoals die met roze spandoeken van de FNV, waarop de vakcentrale aangeeft ook de belangen van homoseksuele werknemers te willen behartigen. Of de boten van Enschede en Almere, waarmee deze plaatsen zich als homovriendelijk in de etalage zetten. Een Rotterdamse instelling voor ouderenzorg, Humanitas, vaart door de grachten met hoogbejaarde homo’s. Amsterdam laat z’n wethouders aan boord gaan.
”Pride” betekent ook ”zelfrespect”. Homo’s komen op voor hun seksuele geaardheid en ze zijn daar trots op. Volgens de homobeweging komen ze ook steeds jonger uit de kast: soms weten jongens op hun elfde jaar al dat ze zich niet aangetrokken voelen tot meisjes maar tot andere jongens. De homobelangenorganisatie COC zegt daarom trots te zijn op de 16-minboot, waarop pubers tussen de 11 en de 17 jaar meevaren. Ook sommige ouders laten zich inschepen, met het T-shirt: ”Proud Parent”, trotse ouder. Verder vaart er ook een boot met verstandelijk gehandicapte homo’s mee.
Toch zit er volgens de homobeweging een rouwrandje aan het feest. Volgens COC-voorzitter Van Dalen valt er nog veel terrein te winnen: „We merken nog steeds veel sociale uitsluiting.” We pikken dat niet meer, zegt hij. Wie deze uitspraken tot zich laat doordringen, beseft dat hier sprake is van een dramatisch dieptepunt. Nederland móét en zál aan de homo. De homolobby stopt niet eer zoenende mannen tot het normale straatbeeld behoren.
Deze campagne verloopt bovendien over de rug van minderjarigen en psychiatrische patiënten. Inderdaad kan er bij kinderen van 10 of 11 jaar al sprake zijn van een homoseksuele gerichtheid. Op die leeftijd is er echter ook veel experimenteergedrag. De identiteitsverwarring die daarvan het gevolg kan zijn, wordt juist versterkt wanneer men zulke pubers laat meevaren in een homoparade. Ze hebben professionele begeleiding nodig in plaats van zo’n eenzijdig evenement dat een eventuele andere geaardheid alleen maar bevestigt. Pubers mogen geen alcohol of sigaretten kopen, maar wel meegezogen worden in zo’n lustfestijn.
Het hoofdstedelijke homofeest toont aan hoe ver Nederland van het juiste spoor af is. Dat is geen reden tot trots, maar iets waarover we ons collectief moeten schamen. Een praktijk die de Bijbel veroordeelt als gruwelijk, tegennatuurlijk en schandelijk, raakt ingeburgerd. Toch blijft het opvallend stil vanuit christelijke hoek. Is dat gepaste stilte, met verootmoediging voor God vanwege de afvallige toestand van ons land? Maar dat sluit openbaar protest niet uit. „Verhef uw stem als een bazuin en verkondig Mijn volk hun overtreding”, zei de profeet Jesaja.