Rechters niet gerust na uitspraak Donner
De ongerustheid onder Nederlandse rechters over de voorgenomen bezuinigingen op de rechterlijke macht is door de sussende woorden van minister van Justitie Donner niet weggenomen. De Raad voor de Rechtspraak schreef maandag een brandbrief aan de Tweede Kamer waarin hij tegen de bezuinigingen ageert.
Volgens Donner zal de groei voor de rechtbanken hooguit wat minder zijn dan verwacht. „Daar word ik niet vrolijk van”, zo reageert rechter mr. P. Kalbfleisch, bestuurslid van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak (NVvR), de beroepsvereniging voor rechters en officieren van justitie. „We krijgen minder dan waarop wij recht hebben, minder dan verwacht en gehoopt. Het is volstrekt te weinig”, aldus Kalbfleisch. De inhoud van de brandbrief van de Raad voor de Rechtspraak, belangenbehartiger van de rechterlijke instanties in Nederland, blijft wat Kalbfleisch betreft dan ook onverkort geldig.
Volgens de rechters komt de Nederlandse rechtspraak onder onaanvaardbaar grote druk te staan als de financiële plannen van het kabinet-Balkenende worden doorgezet. Volgens de raad dreigt de begroting voor de rechtspraak voor 2003 met 90 miljoen euro structureel te worden gekort. Dat kan niet zonder gevolgen blijven, aldus de raad. Afgelopen zaterdag zei Kalbfleisch dat een „wachtlijstensysteem” onvermijdelijk is. Wachttijden voor strafzaken van meer dan een jaar zullen geen uitzondering zijn.
Zowel rechters als officieren van justitie wijzen erop dat de kortingsmaatregelen volkomen in tegenspraak zijn met het strategisch akkoord van het kabinet, waarin misdaadbestrijding hoge prioriteit krijgt. Uitbreiding van de rechterlijke macht is met de bezuinigingen onmogelijk, aldus de NVvR. Voormalig minister van Justitie Korthals heeft een uitbreiding van ruim 1000 rechters in de komende vijf jaar toegezegd.
Kalbfleisch wijst er ook op dat de investeringen in de op gang gebrachte reorganisatie van de rechterlijke macht door de maatregelen verloren zullen gaan. „De plannen staan haaks op wat wij hebben ingezet. Dat doet afbreuk aan ons gezag.”