11/9 leidde tot toenadering Poetin en Westen
Elf september 2001 zal de Russische geschiedenis ingaan als de dag waarop de president zijn Kremlin-venster wagenwijd richting Westen opende. Maar het nieuwe bondgenootschap dat hieruit voortkwam, levert Rusland vooralsnog minder op dan Poetin had gehoopt.
De avond van 11 september een jaar terug in Moskou. Vrijwel alle Russische televisiezenders zijn overgeschakeld op CNN met het laatste nieuws uit New York en Washington. Russische commentatoren spreken eensgezind hun afschuw uit over de terreuraanslagen.
Gewiekst koppelen ze het Amerikaanse leed aan dat in eigen land. Was niet precies twee jaar geleden ook het Russische volk slachtoffer van dergelijke terreur? Bij een reeks terroristische aanslagen op appartementen in Moskou en Volgodonsk vielen begin september 1999 meer dan 300 doden. De Russen schreven deze toe aan Tsjetsjeense terroristen. En ze vormden de aanleiding voor de Tweede Tsjetsjeense Oorlog, die zoveel weerstand opriep in het Westen.
De slimme president Poetin ontwaart een unieke kans. Door de nieuwe terreur op eigen bodem zouden de Amerikanen eindelijk ook begrip kunnen opbrengen voor de Russische worsteling met het Tsjetsjeense probleem. Door behendig de Tsjetsjeense rebellen gelijk te stellen aan internationale terroristen ontstond er opeens een gemeenschappelijke vijand voor de Russen en de Amerikanen.
Poetin was daarom ook de eerste wereldleider die president Bush direct na de terreuraanslagen belde om zijn medeleven te betuigen en steun aan te bieden. En de Russische media benadrukten opeens niet de verschillen, maar de overeenkomsten met het Westen.
De dagen na de aanslagen legden duizenden Russen bloemen neer bij de Amerikaanse ambassade. Dezelfde plek vormde twee jaar eerder nog het toneel van heftige anti-Amerikaanse demonstraties vanwege de bombardementen op Joegoslavië.
Het Kremlin draaide overuren. Het mat zich de voortrekkersrol aan in de strijd tegen het internationaal terrorisme. Presidentiële woordvoerders verklaarden de VS volledig te zullen ondersteunen bij eventuele vergeldingsacties tegen de daders.
Het motief was grotendeels eigenbelang. De hoofdverdachte Osama bin Laden was immers ook Ruslands vijand nummer één vanwege zijn steun aan rebellen in Tsjetsjenië en in Centraal-Azië. Afrekenen met al-Qaida zou dus ook meer rust betekenen in de Russische achtertuin.
Daarnaast rekende Poetin erop dat hij in ruil voor zijn ’spontane’ steun in aanmerking zou komen voor een reeks westerse economische concessies. Rusland zucht bijvoorbeeld nog steeds onder een miljardenschuld uit de Sovjettijd bij westerse overheden en bedrijven.
Ook smacht het naar westerse investeringen om zijn sterk verouderde economie te kunnen moderniseren. Deze worden gedwarsboomd door allerlei westerse beperkende regels, zoals het ontberen van een vrijemarktstatus en een Russisch WTO-lidmaatschap.
De Amerikanen lieten doorschemeren Poetin inderdaad politiek en economisch te zullen belonen voor zijn voorbeeldige gedrag. Zo verstomde al vrij snel de Amerikaanse kritiek op het Russische optreden in Tsjetsjenië
Poetin gedroeg zich als het braafste jongetje van de klas. Hij opende zijn luchtruim voor Amerikaanse gevechtsvliegtuigen en stelde grote hoeveelheden geheime informatie over Afghanistan beschikbaar. Ook stemde hij toe in de stationering van Amerikaanse troepen in Centraal-Azië en gaf hij zelfs zijn verbale verzet op tegen het eenzijdige Amerikaanse opzeggen van het ABM-verdrag en tegen de NAVO-uitbreiding naar het Oosten.
Terwijl Poetin door het Westen als een vriend werd binnengehaald, is onder de eigen politieke elite de onvrede met het eigenzinnige buitenlandse beleid van de president snel toegenomen. Vooral Poetins instemming met de stationering van Amerikaanse militairen in Georgië -aan de Russische grens- sloeg bij vele Russische politici in als een bom.
Het is inmiddels duidelijk geworden dat de Russische toenaderingspolitiek tot het Westen sinds 11 september vooral een persoonlijk project van president Poetin en zijn nauwe kring van adviseurs is. In brede politieke en militaire kringen bestaat er veel weerstand tegen dit beleid.
Zij menen dat het nieuwe bondgenootschap met de VS Rusland niets oplevert. Het zou alleen maar de Amerikaanse hegemonie versterken, ten koste van de Russische belangen in de wereld. Poetin zou dezelfde -verkeerde- weg inslaan als zijn voorganger Michail Gorbatsjov, die volgens velen Oost-Europa „voor niets” aan het Westen heeft weggegeven.
Als we een jaar na de terreuraanslagen van 11 september de balans opmaken, lijkt Poetin voor zijn steun aan het Westen inderdaad minder te hebben ontvangen dan waar hij op rekende. Zo is de westerse kritiek op de Tsjetsjeense oorlog weer teruggekeerd, zijn de miljardenschulden niet kwijtgescholden en heeft het Westen weinig gedaan om de investeringen in Rusland te stimuleren.
Maar Poetin bleef het afgelopen jaar ook niet stilzitten. Ondanks het nieuwe bondgenootschap met het Westen haalde hij de banden aan met Iran, Irak, Syrië, China en Noord-Korea. Bondgenoot George Bush had een aantal van deze landen juist tot ”de as van het kwaad” verklaard omdat ze een gevaar zouden vormen voor de antiterroristische coalitie.
Poetin heeft zich bij het aanhalen van deze banden vooral laten leiden door economische motieven. Sommige landen staan nog voor miljarden bij Rusland in het krijt, andere landen blijken grote bedragen aan valuta te willen betalen voor de aanschaf van Russische energie en machines. Dit geld heeft Rusland weer hard nodig om zijn miljardenschulden aan het Westen af te lossen.
Poetins openlijke toenadering tot het Westen heeft waarschijnlijk nog het grootste effect gehad op de gemoedstoestand van de gewone Rus. Die staat nu beduidend sympathieker tegenover het Westen dan voor de aanslagen van 11 september vorig jaar.
Uit recente enquêtes van het Russische onderzoeksbureau Publieke Opinie blijkt dat ongeveer de helft van de Russische bevolking de relaties met de VS als goed beschouwt, terwijl de Amerikanen eerder op beduidend minder sympathie konden rekenen. Bijna de helft van de ondervraagden schrijft dit toe aan de gemeenschappelijke antiterroristische acties tussen Rusland en de VS na 11 september.
Inmiddels zenden verschillende Russische televisie al enkele dagen documentaires uit over de gebeurtenissen rond 11 september en de daaruit voortgekomen antiterroristische acties in Afghanistan. De nadruk daarin ligt op de gemeenschappelijke strijd van de nieuwe bondgenoten Rusland en Amerika. Ook herdachten de Russen vandaag massaal de terreuraanslagen in de VS, onder meer met speciale kerkdiensten en concerten.