Cambodja–Tribunaal krijgt eerste verdachte in handen
PHNOM PENH (ANP) – Cambodja heeft dinsdag een belangrijke concrete stap gezet in het verwerken van zijn uiterst bloedige geschiedenis: het schrikbewind van de maoïstische Rode Khmer tussen 1975 en 1979. Het voormalige hoofd van de beruchte Tuol Sleng–gevangenis in de hoofdstad Phnom Penh, Kang Kek Ieu, werd formeel overgedragen aan het speciale Cambodja–Tribunaal voor verhoor, aldus de Verenigde Naties. Die ondersteunen het tribunaal.
De 65–jarige ’Duch’ is een van de vijf verdachten die het tribunaal wil berechten. Een formele aanklacht is nog niet gepubliceerd, maar hij heeft al bekend misdaden te hebben gepleegd in het cellencomplex, dat ook wel S–21 werd genoemd. In het gebouw, een voormalige school waar nu vele toeristen komen, zijn naar schatting 16.000 mensen gemarteld, van wie er velen uiteindelijk werden geëxecuteerd.Duch, een bekeerd christen, al sinds 1999 in handen van justitie, heeft steeds verklaard dat hij slechts een uitvoerder was. Hij geldt ook zeker niet als een van de voormalige topleiders van de Rode Khmer. De leider van de bende, Pol Pot, zal niet meer terecht kunnen staan. Hij is al negen jaar dood. Voor zover bekend heeft het tribunaal momenteel zijn pijlen gericht op vier andere verdachten, tegen wie Duch mogelijk ook zal getuigen.
Het gaat om ’Broeder Nummer Twee’ Nuon Chea, oud–minister Ieng Sary, voormalig president Khieu Samphan en Meas Muth, een schoonzoon van de overleden militaire chef van Pol Pot, Ta Mok, Geen van deze vier is in hechtenis. Ze kunnen zich vrij bewegen in een grensgebied nabij Thailand.
Het Pol Pot–bewind wordt verantwoordelijk gehouden voor zeker twee miljoen doden en voor de totale ontwrichting van een land. Het schrikbewind, dat een utopische agrarische heilstaat installeerde, is ook bekend als de Killing Fields, een verwijzing naar een Hollywoodfilm over de Khmer–gruweldaden.
Pol Pot schafte onder meer het geld en de scholen af en stuurde miljoenen mensen naar volstrekt falende landbouwcollectieven. De hoofdstad Phnom Penh werd ontruimd en grote groepen burgers werden gedood omdat ze simpelweg niet nodig waren voor uitvoering van het beleid.
Na de val van het ongekend wrede regime zijn de verantwoordelijken nooit tot de orde geroepen en ook de internationale gemeenschap heeft jarenlang nauwelijks druk uitgeoefend. Over het tribunaal, waar volgend jaar de eerste processen echt moeten beginnen, is jarenlang gesteggeld. Uiteindelijk zal nu naar verwachting alleen een handjevol verdachten worden vervolgd, tot onvrede van nogal wat mensenrechtengroepen.