Preken via internet
Moeten predikanten er rekening mee houden dat hun preken breed verspreid worden? In de jaren twintig van de vorige eeuw zond Radio Bloemendaal kerkdiensten uit die tot in Polen te beluisteren waren. Vanuit roomse hoek kwam er commentaar op een predikant die fel had uitgehaald naar de mis. Dat leidde uiteindelijk tot een nieuwe instructie aan de predikanten.
Het Landelijk Dienstencentrum van de Protestantse Kerk in Nederland gaf vorige week in een nieuwsbrief aan zorgen te hebben over preken die op internet verschijnen. Sommige luisteraars halen de gesproken teksten uit hun verband. Dat kan leiden tot een volstrekt onjuist oordeel over de preek en de predikant.Het gemak waarmee de massamedia iemands woorden letterlijk wereldkundig maken, brengt een grote verantwoordelijkheid met zich mee. De predikant dient zich ervan bewust te zijn dat er meer luisteraars zijn dan hij voor zich ziet. Moet hij daar zijn boodschap op aanpassen? Het gebeurde vroeger dat de kritiek op het overheidsbeleid in de preek aanzienlijk milder was omdat de burgemeester zich onder het gehoor bevond. Een predikant behoort echter volstrekt zonder aanzien des persoons te spreken.
Toch zal de preek in de regel afgestemd zijn op de eigen gemeente. Zoals Paulus bij de Joden een Jood en bij de Grieken een Griek was, zo zal een predikant rekening houden met de noden en behoeften in de eigen gemeente. Zulke preken zijn meestal niet geschikt voor een breed publiek of voor evangelisatiedoeleinden. Een ’vreemde’ luisteraar kan niet alle uitspraken in het juiste verband plaatsen. In de regel zal hij zich daar ook van bewust zijn.
Het aan de haal gaan met uitspraken uit zo’n preek om de voorganger te kunnen bekritiseren, is een bedenkelijke praktijk. Sommige uitspraken gaan snel een eigen leven leiden, terwijl de context van het gesprokene ontbreekt. Uiteraard blijft de predikant verantwoordelijkheid voor alles wat hij gezegd heeft, maar hij kan zich meestal moeilijk verdedigen.
Dit verschijnsel dateert al van de uitvinding van de boekdrukkunst, maar de moderne media geven er een eigen dynamiek aan. De Engelse prediker Spurgeon was niet gelukkig met de snelle verspreiding van zijn stenografisch vastgelegde preken per telegraaf, één dag na het uitspreken ervan, omdat hij niet eens de gelegenheid kreeg zijn teksten te corrigeren.
Internet voegt daar nog de mogelijkheid aan toe dat de uitspraken terechtkomen op een discussieforum, waar rijp en groen er zijn gal over spuwt. Moet het dienstencentrum en moeten andere kerkgenootschappen dan maar adviseren de verspreiding via moderne media te blokkeren? Veel kerkenraden kiezen ervoor de uitzending van hun dienst -als moderne variant op de kerktelefoon- alleen toegankelijk te maken voor hun leden. Daar valt veel voor te zeggen. Het voorkomt het oneigenlijk gebruik van de teksten, het gaat het kerkshopgedrag tegen en de kerkenraad heeft meer zicht op de luisteraars en kan hen zo nodig stimuleren de onderlinge bijeenkomsten niet na te laten.
En wie er toch voor kiest om aan alle wateren te zaaien, moet ook niet te bang zijn voor reacties van andersdenkenden of criticasters.