Kerk & religie

Genade

11 September 2002 09:14Gewijzigd op 13 November 2020 23:48

Uw wil, zondaar, is afkerig van God en van alles wat goddelijk is. Schrijft de Heere u Zijn wet voor, u vindt die vreemd, alsof die u niet aangaat. Wat verschilt uw wil toch van Gods wil? God zegt: Heb het goede lief. U zegt: Ik zal het haten. En als God zegt: Haat het kwade, dan zegt u: Ik wil het beminnen. Ook uw hartstochten zijn als een voortgedreven zee, die gedurig slijk en modder opwerpt. Ja, al uw leden zijn dienstknechten van de zonden, zodat een natuurlijk mens een goddeloos en vreselijk monster is.In de staat van de genade, wanneer de natuurlijke mens geestelijk leven heeft ontvangen en God Zijn beeld in hem heeft opgericht, spreekt God die mensen aan als Zijn schapen. Wat zegt Hij dan nog meer tot hen? „Gij zijt mensen.” Wat wil God daarmee zeggen, als Hij Zijn kinderen mensen noemt? Al bent u in de staat van de genade en al is het leven Gods in u geopenbaard, dan bent u nog een zondig mens, dat een onwedergeboren deel bij u draagt. Paulus riep daarvan uit: „Ik ben vleselijk, verkocht onder de zonde.”

Het wedergeboren deel dat in u is, heeft lust om te bidden en God te vrezen. Het onwedergeboren deel zegt: Ik heb tot alles lust, behalve daarin. Hoe dikwijls gebeurt het niet dat u zich wilt zetten tot godsdienstige oefeningen en dat het onwedergeboren deel de zaak maar uit wil stellen. Totdat de tijd u ontglipt.

Henricus de Frein, predikant te Middelburg (Practicale leerredenen, 1725)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer