Niet rechter, maar crimineel verhardt
ROTTERDAM - Zodra een rechter in Nederland een levenslange celstraf oplegt, is er altijd wel een advocaat of een rechtsgeleerde die roept dat het strafklimaat grimmiger wordt. Zo’n criticus maakt een denkfout. De werkelijkheid is dat criminelen, vaak van buitenlandse komaf, meedogenlozer opereren.
„Bizar, barbaars, weerzinwekkend.” De rechtbank in Rotterdam stak donderdag zijn afschuw over de drievoudige cafémoord in het Rotterdamse café Inn & Out eind 2005 niet onder stoelen of banken. Wat zich die nacht heeft afgespeeld, tart dan ook iedere beschrijving. Drie mensen uit een groep werden als honden afgeslacht.Terecht veroordeelde de rechtbank de misdadigers tot levenslange celstraf. Dit soort lieden, in dit geval van niet-Nederlandse komaf, verdient geen herkansing. In Nederland is levenslang in principe ook echt levenslang. Tenzij de koningin gratie verleent, maar dat gebeurde de afgelopen decennia hoegenaamd niet.
Onmiskenbaar leggen rechters de laatste jaren vaker levenslang op. Vorig jaar sprak de rechter tien keer levenslang uit, in 2005 negen keer. Bekend voorbeeld van een levenslang gestrafte is Jan S. uit Assen, de man die in 1999 het 7-jarige meisje Chanel Naomi Eleveld verkrachtte en vermoordde. De man was al eerder veroordeeld voor een ernstig zedendelict.
Ander voorbeeld is de 50-jarige Rudolf K., de ”Beul van Twente”. Het hof in Arnhem veroordeelde de man in 2006 tot levenslang vanwege de brute moord op een zwerver en de mishandeling van tientallen dieren. Hij pleegde de misdrijven tijdens proefverlof in zijn tbs-periode.
Van tijd tot tijd klinken er bezorgde geluiden over de stijging van het aantal levenslang gestraften. Geef veroordeelden als het even kan een kans op terugkeer in de maatschappij, luidt de redenering. Advocaat en hoogleraar bestraffingskunde prof. mr. F. W. Bleichrodt noemde het in 2006 „zorgelijk” dat er „zo vaak” levenlang werd gevonnist. „Voorheen was levenslang een zeer uitzonderlijke straf. De rechter bracht in de motivering van het vonnis tot uitdrukking dat het echt niet anders kon. Nu is de redenering vaker dat levenslang een passende straf is, tenzij bijzondere omstandigheden een andere straf rechtvaardigen.”
Dit soort redeneringen klinkt billijk, maar gaat mank. Het zijn niet de rechters die verharden. Misdadigers zelf worden meedogenlozer, hetgeen ook nauw verband houdt met de import van de geweldscultuur zoals die voorkomt in bijvoorbeeld Antilliaanse en Marokkaanse kringen.
Bovendien kan het geen kwaad dat critici die vinden dat er te vaak levenslang wordt opgelegd, zich vergewissen van het feit dat nabestaanden van vermoorden een levenslang verdriet met zich meezeulen.
Het zal waar zijn dat ook daders een menswaardige behandeling verdienen, maar in Nederland werden slachtoffers in strafzaken in voorbije jaren al te vaak het kind van de rekening. Nog maar enkele jaren heeft het slachtoffer of diens nabestaande het recht om in de rechtszaal zijn -korte- zegje te doen over zíjn pijn en verdriet.
Met goed recht valt te verdedigen dat rechters juist vaker dan nu levenslang zouden moeten opleggen. Wie bijvoorbeeld de feiten van de gruwelijke moord op Suzanne Wisman uit Tweede-Exloërmond op zich laat inwerken, wie het hartverscheurende relaas van haar wanhopige moeder in de rechtszaal aanhoorde, die verbaast zich erover dat dader Henk van D. er onlangs met twintig jaar cel en tbs van afkwam. De man kan binnen twintig jaar weer als vrij man rondlopen.
Dat geldt ook voor Richard H. uit Zoetermeer, die in 2005 zijn complete gezin (vrouw en twee dochtertjes van 3 en 5 jaar) uitroeide om ontdekking van een geheime relatie te voorkomen. Legde de rechtbank in Den Haag nog levenslang op, in hoger beroep verlaagde het gerechtshof die straf dit jaar tot twintig jaar en tbs. Verontwaardiging daarover is meer op haar plaats.