Omzien naar 3000 preken
Wennen doet het nooit. Ds. L. Kruijmer is 25 jaar hervormd predikant en heeft naar schatting meer dan 3000 preken achter de rug. „Maar preken went nooit. Iedere zondag geeft het weer een bepaalde spanning om de volle rijkdom van Gods Woord te verkondigen. Dat gaat nooit vanzelf. Ook met je ervaring kun je het niet doen. Ik begin aan iedere preek in afwachting van de hulp van de Heilige Geest.”
Het Woord is fris, altijd nieuw en krachtig in zichzelf. „Maar daarop kun je als predikant niet rusten. Je moet er je uiterste best voor doen dat je zelf ook fris en nieuw blijft. Ik heb in al mijn gemeenten tegen de kerkenraden gezegd dat de prediking mijn hoogste doel is en dat ik dus gelegenheid moet hebben voor voorbereiding en studie. In de prediking val je zelf weg. Het gaat om Gods Woord, om het „Alzo spreekt de Heere der heirscharen.””
Petrus zag op één preek 3000 bekeerlingen. Mag ds. Kruijmer iets zeggen over vrucht op 3000 preken? „Soms laat God wel eens iets zien van wat het Woord uitwerkt in een mensenleven, maar vaak blijft het ook verborgen. De vruchten op de prediking kunnen we zelf niet concreet maken. Het zaad wordt gestrooid en dat zal op Zijn tijd ontkiemen. Hoe groot de oogst is, weet alleen God Zelf.”
Met enige schroom zegt de Puttense predikant dat hij in iedere gemeente vooral jonge mensen tot geloofsovergave heeft zien komen. „Ik heb jonge mensen gekend die op hun sterfbed tot ruimte kwamen. Maar dat is geen vrucht van mijn werk, want als predikant sta je, als de dood in het geding is, machteloos. God werkt door in mensenharten. Dat mag ik wel zeggen. Ik heb mensen gekend die jarenlang hebben getobd met de zekerheid van het geloof en die uiteindelijk toch in volle vrede zijn heengegaan. De Heere betoont door de geslachten heen de Getrouwe te zijn. Hij heeft, ook als ik de moed soms even kwijt was, wel eens laten zien dat Hij ook mijn dienstwerk daarvoor heeft willen gebruiken. Het is geen ploegen op rotsen geweest, al die jaren. Nee, dat zou ik niet mogen zeggen.”
De prediking vraagt in de studeerkamer intensieve voorbereiding. „De uitleg moet zorgvuldig zijn, de exegese betrouwbaar en de toepassing moet vanuit het Woord opkomen. Een preek mag geen voorspelbare aangelegenheid worden. De prediking moet ook onderscheidend zijn. Je moet zo preken dat iedere hoorder de conclusie kan trekken: Ik hoor bij de schare die zalig wordt, of ik hoor er niet bij.”
Dat moet met grote klem gebeuren, zegt ds. Kruijmer. „Het kan voor iemand de laatste keer wel zijn. Mensen die de Heere vrezen, hebben nodig in hun geloof te worden opgebouwd. Mensen die Hem nog niet kennen, moeten worden gewaarschuwd. Zulke mensen probeer ik de weg te wijzen, want er is een open weg naar de Heere Jezus toe.”
Lucas Kruijmer werd op 20 september 1949 in Huizen geboren. Hij groeide op onder de prediking van onder meer ds. G. Boer, ds. J. den Besten en ds. A. van Brummelen. „Ds. Van Brummelen heeft me tijdens mijn theologische studie met raad en daad bijgestaan. Hij leerde ons de hartstocht voor de prediking. Hij was als een vaderlijke vriend voor me.”
Het verlangen om dienstbaar te zijn in het Koninkrijk kende Lucas Kruijmer al vroeg. Later ebde dat weg. „Totdat ik achttien jaar was. Toen kwam God erop terug. Dat is niet te verklaren wat het is als de Heere onwederstandelijk Zijn hand op je leven legt en je inwint voor Zijn dienstwerk.”
Kruijmer studeerde theologie in Utrecht en werd 7 september 1977 bevestigd in zijn eerste gemeente, Schoonrewoerd. „Iedere gemeente is weer anders, ook al is de grondslag gelijk. Schoonrewoerd was een niet al te grote gemeente, in een agrarische streek. Zondags zaten er SGP’ers naast VVD’ers in de kerkbanken. Ik heb in Schoonrewoerd het Woord goed kwijt gekund.”
In 1981 nam de predikant een beroep aan naar Sommelsdijk, een dorp dat gekleurd was door de secularisatie uit de negentiende eeuw. „Je had een grote liberale stroom en een socialistische stroom. En daartussen zat hervormd Sommelsdijk. In het dorp was een trouwe kern, gekenmerkt door een oprecht stuk godsvrucht.”
Lunteren werd, in 1987, de derde gemeente. Een echt Veluws dorp, zegt ds. Kruijmer. „In Lunteren ontmoette je echt bijbels besef van zonde en genade. De Veluwenaar gesloten? Ze wachten even af. Ze kijken misschien iets langer de kat uit de boom dan een westerling. Maar als er een basis is van onderling vertrouwen, openen ze echt wel de schatkamers van hun hart.”
In 1997 voerde de weg van ds. Kruijmer naar Putten. Een dorp, zegt hij, „waarin het besef van de vaderlandse kerk als volkskerk voelbaar is. Je hebt hier een zeer brede schakering hervormden. Er zijn mensen die nooit een dienst zullen overslaan. Er zijn ook mensen die zelden komen, maar wel pastorale hulp verwachten op het moment dat dat nodig is. Die geef ik dan graag, in de hoop dat zulke contacten ertoe leiden dat je ze zondags ook weer eens ziet.”
Waar was het in de prediking 25 jaar lang om begonnen? „Om Gods genade te verkondigen voor arme zondaren. Om de onnaspeurlijke rijkdom in Hem uit te stallen, opdat mensen de weg naar de Heere Jezus terug zouden vinden.”
Christus in het middelpunt. Dat is de korte samenvatting van 3000 preken. „Welke tekst je ook kiest, het moet altijd uitlopen op Hem.”
Hoe verhoudt de Christusprediking zich tot de behoefte aan bevindelijke prediking, waarbij mensen ernaar verlangen om te horen hoe de Heere handelt met Zijn volk, ernaar verlangen om te horen hoe het gaat? „Christusprediking ís bevindelijke prediking. Die twee zijn niet los van elkaar te zien. Mensen die zoeken naar de zekerheid des geloofs, mag je nooit rust geven buiten Christus.”
Het wordt er in het kerkelijk leven niet eenvoudiger op, denkt ds. Kruijmer. „In alle kerken wordt het steeds moeilijker om bij het Woord te leven. Een christenleven is altijd een leven van strijd geweest, maar het valt te vrezen dat het steeds meer offers gaat kosten. De afval dringt zich op. De satan gaat door, maar de Heere gaat ook door met Zijn werk. Wat er allemaal nog zal gebeuren, weet ik niet. En hoe het allemaal zal gebeuren, weet ik ook niet. Maar dat Hij komt, is zeker.”