Afghanen herdenken dood van Masud
Nog eenmaal waren ze maandag bij elkaar, de Tadzjieken van de Afghaanse verzetsleider Ahmed Shah Masud. Ter gelegenheid van de eerste herdenking van zijn sterfdag op 9 september 2001. Met versterkte beveiliging na de bomaanslag van vorige week donderdag haalde een stadion vol Masud-aanhangers zonder incidenten herinneringen op aan hun vermoorde leidsman.
Volgens de Afghaanse kalender heeft 11 september een bijzondere betekenis. De dag waarop de naam van het land de wereld werd in geslingerd, wordt echter overschaduwd door de negende september, de sterfdag van Ahmed Shah Masud. Met name in Kabul en de Pansjirvallei leefde iedereen al weken naar de Dagen van Masud toe, herdenkingsceremonieën ter ere van hun leider, die een jaar geleden stierf aan de verwondingen na een aanslag. Op zijn sterfbed zei hij dat de bevrijding van Afghanistan nabij was. Postuum kreeg hij gelijk.
De eerste herdenking van Masuds dood kon niet grootschaliger worden aangepakt. De huidige interim-regering riep de datum uit tot een officiële herdenkingsdag voor alle martelaren die vielen in de strijd tegen de Sovjets en de Taliban. De Masud-gekte, die in het publieke domein net weer een beetje voorbij was, laaide weer op. Overal in de stad hingen metershoge borden met zijn beeltenis; iedereen met een Tadzjiekse achtergrond had zwarte vlaggen, foto’s of andere tekenen van loyaliteit op zijn auto of tuinpoort geplakt. De Afghaanse televisie besteedde in de week voorafgaand aan 9 september elke dag aandacht aan leven en sterven van de moedjahedien-leider. De climax van de herdenkingsdagen bestond uit een grote plechtigheid in het nationale stadion van Kabul, met sprekers en aansluitend een groot defilé langs Ahmed Mansour Masud, de 13-jarige zoon van de omgekomen leider.
Wie trokken er aan hem voorbij, achter soms metershoge bloemstukken van plastic rozen, tulpen en anjers? Iedereen die ertoe deed en er in sommige gevallen nog steeds toe doet in de wereld van de moedjahedien: oud-president Rabbani, maarschalk Fahim, ministers, leden van Masuds voormalige lijfwacht, schoolkinderen, soldaten van het garnizoen van Kabul, medewerkers van ministeries en maatschappelijke organisaties en een delegatie politieagenten.
Er liepen vrouwen in de stoet, leden van de minderheid van de Hazara’s en zelfs een kleine delegatie Afghaanse hindoes, maar het was voornamelijk een feestje van enkele tienduizenden voormalige strijdmakkers van de Noordelijke Alliantie. Met uitzondering van enkele buitenlanders in het persvak, zoals een Franse delegatie die strijdt voert om Masud postuum de Nobelprijs te verlenen, was het dan ook een Afghaanse aangelegenheid, met dien verstande dat de Duitse helikopters van de VN-vredesmacht ISAF de aanwezigheid van de internationale troepen voortdurend bevestigden door rondjes over het stadion te vliegen.
Er werd bevlogen en met name erg lang gesproken over de vele goede kanten van Masud. Daarnaast was er tussen de regels door een politieke boodschap te beluisteren: kopstukken uit de regering benadrukten dat Masud de huidige veranderingen in Afghanistan zou hebben toegejuicht. Of in de woorden van minister Fahim van Defensie: Wij hebben onze wapens opzijgelegd voor internet.
Wie waren er niet? De Pathanen, kort gezegd. President Hamid Karzai liet een boodschap vol respect en genegenheid over Masud voorlezen, maar kon zelf niet aanwezig zijn wegens een bezoek aan de Verenigde Staten. Ook oud-koning Zahir Shah liet zich verontschuldigen. De meeste Pathaanse ministers in het kabinet hadden ook verstek laten gaan. Eveneens afwezig was krijgsheer Rashid Dostum, etnisch een Oezbeek, die in het noorden van het land een strijd om geld en invloed uitvecht met zijn lokale Tadzjiekse concurrent. Gisterochtend vertrokken dezelfde getrouwen ten slotte naar Masuds graf in de Pansjirvallei, om de gebruikelijke gebeden te zeggen ter gelegenheid van de sterfdag van de overledene. Daarna was de ceremonie voorbij.
Nu zijn sterfdag tot officiële herdenkingsdag is uitgeroepen, is Masud definitief ter ruste gelegd. De mythevorming kan zich nu verder ontwikkelen, waarbij alles erop wijst dat de woorden van de strengorthodoxe islamitische verzetsman met terugwerkende kracht opnieuw zullen worden uitgelegd, om van hem een vredelievende, intellectuele sociaal-democraat te maken. Met de Masud-herdenkingen is ook een eind gekomen aan de levenswijze en de bijbehorende retoriek van het gewapend verzet. Misschien juichten en defileerden eenbenige oorlogsveteranen, religieuze leiders en moedjahedien daarom ook een beetje ter ere van hun eigen verleden.