Dit staat in een rapport van de Verenigde Naties dat donderdag in Brussel werd gepresenteerd door mevrouw Padmashree Gehl Sampath. Zij werkt als onderzoeker aan de Universiteit van Maastricht.Zonder wetenschap, techniek en innovatie zullen de vijftig armste landen zich niet blijvend kunnen ontwikkelen, valt in het rapport te lezen. In een wereld van globalisering drijven de landen weliswaar handel met de rest van de wereld, maar is er geen vooruitgang in economische en technologische zin. Dit komt doordat er enkel laaggeschoolde productie plaatsvindt. „Innovatie is de enige weg voor de minst ontwikkelde landen”, luidt daarom de redenering in het rapport.

Een probleem dat hiermee samenhangt is de zogenaamde ”brain drain”. Dit houdt in dat (hoog)opgeleide burgers van een arm land emigreren naar het Westen, waar vraag is naar geschoold personeel en de lonen hoger zijn. Het gevolg is dat onder de bevolking in het herkomstland het gemiddelde opleidingsniveau laag blijft, waardoor de landen zich niet kunnen ontwikkelen en de levensstandaard niet stijgt. In het Westen werken bijvoorbeeld veel geschoolde Afrikaanse verpleegsters, terwijl de gezondheidszorg in de herkomstlanden tekortschiet.

Het rapport suggereert dat immigratielanden deze werknemers tijdelijk in plaats van permanent zouden moeten toelaten. Ook moeten de infrastructuur en arbeidsvoorwaarden in de herkomstlanden verbeterd worden, zodat het aantrekkelijker blijft voor werknemers om in eigen land te gaan werken. Maar de brain drain kan nooit helemaal gestopt worden, wordt in het rapport geconcludeerd.

Toch zijn de VN niet pessimistisch. Er zijn voorbeelden van landen die zich nu ontwikkelen dankzij kennis en er is geen reden aan te nemen dat de armste landen ter wereld dit niet ook kunnen doen.