De tarieven van de betrokken heffing variëren sterk binnen de EU. In sommige lidstaten ontbreekt deze vorm van belasting helemaal. In ons land wordt 43 procent op de kale fabrieksprijs gelegd, in Denemarken maar liefst 180 procent. Verschillen in de nettobedragen die de producent vaststelt, bieden voor de consument tegenwicht aan deze ongelijke situatie.

Bolkestein, die verantwoordelijkheid draagt voor de vervolmaking van de interne markt en tevens de portefeuille Fiscale Zaken beheert, wil de geconstateerde oneffenheid wegwerken. Zijn voorstel is voor de meeste regeringen echter omstreden en heeft dan ook nog een lange weg te gaan.

Als opmaat voor het opheffen van de inschrijvingsbelasting geeft de commissaris in overweging alvast een streep te halen door de mogelijkheid van een dubbele aanslag. Wie van het ene naar het andere land van de Unie verhuist of een auto van elders invoert, krijgt daar tot dusver vaak mee te maken.

De overheden zouden het gat in hun inkomsten kunnen opvullen door de wegenbelasting of de brandstofaccijns te verhogen. Bolkestein pleit ervoor om ook op die terreinen de tarieven onderling meer af te stemmen. Frankrijk kent momenteel geen wegenbelasting. In Italië betaalt de automobilist gemiddeld 30 euro per jaar, in Denemarken 463.

Tevens vindt de voormalige VVD-aanvoerder dat de mate van milieuvervuiling, vastgesteld aan de hand van de hoeveelheid kooldioxide die wordt uitgestoten, de bepalende factor dient te zijn voor de heffingen op het bezit en het gebruik van een voertuig.