Mankement in antieke infrastructuur New York
NEW YORK - De explosie van een antieke stoompijp heeft gistermiddag rond 18.00 uur een enorme chaos in de wijk Manhattan in New York veroorzaakt.
De explosie scheurde het wegdek open bij de kruising van de 41e Straat en Lexington Avenue, vlak bij treinstation Grand Central. Daarop ontstond een fontein van stoom, heet water, modder en puin, die kort na de explosie uitrees boven het naburige Chrysler Gebouw, dat 319 meter hoog is.Tal van mensen vluchtten uit omliggende gebouwen, vrezend voor hun leven. „Ik dacht dat het weer begon”, aldus Danny Murrow, refererend aan de septemberaanslagen van bijna zes jaar geleden. Burgemeester Michael Bloomberg maakte al snel duidelijk dat er geen sprake was van een terreuraanslag. „Deze explosie is het gevolg van een mankement in onze antieke infrastructuur; er is geen sprake van terreur”, aldus Bloomberg.
Eén persoon kwam indirect bij de explosie om het leven als gevolg van een hartaanval. Dertig mensen werden in omringende ziekenhuizen opgenomen, onder wie acht brandweerlieden. Van twee gewonden was de toestand gisteravond laat kritiek. De New Yorkse dienst voor volksgezondheid waarschuwde woensdag voor mogelijke gevolgen van het inademen van asbest. Stoompijpen werden in vroeger jaren meestal geïsoleerd met asbest. Mogelijk is er door de explosie asbest vrijgekomen.
Sommige New Yorkers kennen dit asbestgevaar en zij weigerden woensdag hun gebouwen of winkels te verlaten zolang er nog stoom ontsnapte uit de krater, waarin een vrachtwagen was weggezakt. Anderen vreesden daarentegen voor een aanslag en renden voor hun leven, soms met achterlating van schoenen of tassen. „Ik had maar één gedachte: weg, weg van die plek, voordat het erger wordt”, aldus Nancy Frankel, die werkt in een kantoorgebouw aan Lexington Avenue.
Haar collega Susan Houghton herinnerde zich nog de laatste grote stoomexplosie van 1989, waarbij drie mensen omkwamen. „Volgens mij vormen al die stoompijpen onder de stad één enorme dreigende bom”, aldus Houghton.
De stoomvoorziening van New York dateert uit de tweede helft van de negentiende eeuw. In de vorige eeuw werd stoom geleidelijk vervangen door elektriciteit, maar nog steeds levert de grootste energieproducent van New York, ConEdison, stoom aan ongeveer 1800 afnemers. Het gaat daarbij meestal om grote gebouwen die de stoom voor verwarming of indirect via compressoren voor airconditioning gebruiken.
De stoompijp die woensdag ontplofte, had een diameter van 60 centimeter. De pijp dateerde uit 1924 en was zoals de meeste oudere stoompijpen gevoelig voor temperatuursveranderingen. „Als het regent -en dat was woensdag het geval-, kunnen er koude plassen ontstaan rond de pijpen, waardoor het ’klimaat’ in de pijpen verandert. Dat kan tot explosies leiden”, aldus hoogleraar natuurkunde Rae Zimmerman van de universiteit van New York.