Buitenland

Toespraak Arafat stelt vriend en vijand teleur

De Palestijnse leider Yasser Arafat lijkt met zijn toespraak voor het parlement in Ramallah maandag niemand tevreden te hebben gesteld. Volgens de militante islamitische beweging Hamas „voldeed die niet aan de verwachtingen van de Palestijnen.” Israël noemde de toespraak „niet relevant.”

Buitenlandredactie
10 September 2002 08:00Gewijzigd op 13 November 2020 23:48
RAMALLAH - Yasser Arafat sprak maandag in Ramallah het Palestijnse parlement toe. De toespraak van de Palestijnse leider bleef steken in gemeenplaatsen en ging niet in op een staakt-het-vuren in het twee jaar durende geweld tussen Israël en de Palestijne
RAMALLAH - Yasser Arafat sprak maandag in Ramallah het Palestijnse parlement toe. De toespraak van de Palestijnse leider bleef steken in gemeenplaatsen en ging niet in op een staakt-het-vuren in het twee jaar durende geweld tussen Israël en de Palestijne

Arafat veroordeelde in zijn ongeveer een uur durende rede weliswaar alle terroristische aanslagen tegen Israëliërs, maar eiste niet van de Palestijnen daarmee te stoppen. In de concepttekst van de toespraak, die vooraf naar diverse media was gestuurd, was daar wel een aantal alinea’s aan gewijd.

Israël verwijt de Palestijnse leider dat hij „geen zichtbaar gebaar heeft gemaakt met een oproep tot een staakt-het-vuren. Als hij dat wel had gedaan, verzeker ik u dat wij daar gevolg aan zouden hebben gegeven”, zei een Israëlische regeringswoordvoerder na afloop van de toespraak. „We hebben genoeg verklaringen en woorden, we willen concrete acties”, aldus de zegsman.

Zich richtend tot de Israëlische bevolking zei de Palestijnse leider dat hij voorstander is van nieuwe vredesonderhandelingen. „Wij willen vrede met u bereiken. Wij willen veiligheid en stabiliteit voor ons en voor u en voor de hele regio. Na vijftig jaar van gevechten vind ik dat er voldoende bloed is vergoten.”

Arafat beschuldigde Israël ervan dat het de Palestijnse opstand sinds de aanslagen van 11 september in de Verenigde Staten terrorisme noemt. Zo kon Israël onder het mom van strijd tegen terrorisme de Palestijnse gebieden opnieuw bezetten.

Hamas liet weten dat „de officiële Palestijnse toespraak niet beantwoordt aan de verwachtingen van ons volk op het gebied van veiligheid. Die kan volgens ons alleen worden bereikt door voortzetting van het verzet en algemene mobilisatie om de Israëlische agressie het hoofd te bieden.”

Over hervormingen binnen de Palestijnse Autoriteit zei Arafat weinig inhoudelijks. Volgens de Palestijnen was de toespraak niets meer dan de opening van de parlementszitting. Die gaat morgen verder, maar tot nu toe heerst er aan Palestijnse zijde ontluistering, zo schreef een analist in de Israëlische krant Ha’aretz.

Zo hoopten de Palestijnen op de aankondiging dat een premier zou worden benoemd met uitvoerende macht. In zijn toespraak zei Arafat wel: „Als u wilt, mag u iemand kiezen om hem de uitvoerende macht toe te vertrouwen in plaats van aan mijzelf. Ik wou dat u dat deed en mij wat rust gaf.” Maar daarbij lachte hij en politieke waarnemers nemen die uitlating van Arafat niet serieus.

Arafat bevestigde dat presidentiële, parlements- en gemeenteraadsverkiezingen worden gehouden in januari volgend jaar, zoals hij al eerder had aangekondigd. In kringen rond Arafat wordt aangenomen dat de 73-jarige Palestijnse leider zich dan weer kandidaat zal stellen.

Een van de belangrijkste redenen voor de speciale vergadering van het Palestijnse parlement is de stemming over het nieuwe kabinet. Arafat heeft in juni een aantal wijzigingen in de samenstelling aangebracht. Ook besloot hij onder meer de inlichtingendienst, politie en burgerbescherming onder te brengen bij het nieuwe ministerie van Binnenlandse Zaken. Daarnaast is het kabinet drastisch ingekrompen.

De Israëlische regering van premier Sharon had speciale toestemming voor de parlementszitting gegeven. Veertien afgevaardigden uit de Gazastrook mochten echter niet naar Ramallah op de Westelijke Jordaanoever reizen, omdat Israël hen verdenkt van betrokkenheid bij terroristische activiteiten. Van de in totaal 88 parlementsleden waren er 47 aanwezig op de vergadering. Een stuk of dertig parlementariërs volgden de vergadering vanuit Gaza.

De zitting had plaats in het hoofdkwartier van Arafat in Ramallah. Volgens zijn medewerkers wilde Arafat zijn hoofdkwartier niet verlaten, uit angst voor eventuele vernederende ontmoetingen met Israëlische militairen, die Ramallah en andere Palestijnse steden in juni opnieuw hebben bezet.

De eerste officiële daad van het parlement maandag was de herverkiezing van de voorzitter, Ahmed Qureia, ook bekend als Abu Ala. Qureia is een vertrouweling van Arafat en wordt gezien als een van zijn mogelijke opvolgers.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer