Vijf Bulgaarse verpleegsters en een Palestijns-Bulgaarse arts waren ter dood veroordeeld omdat zij 438 kinderen opzettelijk met hiv zouden hebben besmet. Inmiddels zijn 56 van deze kinderen overleden aan aids.Het hooggerechtshof in Libië bekrachtigde vorige week hun doodvonnis. De Hoogste Gerechtelijke Raad, die veroordelingen kan bevestigen, verwerpen of omzetten in lichtere straffen, boog zich vervolgens over de kwestie.

De Bulgaarse minister van Buitenlandse Zaken noemde de uitspraak een stap in de goede richting. De Bulgaarse advocaat van het zestal zei dinsdagavond vanuit Tripoli dat hij teleurgesteld is in de omzetting van het vonnis in levenslang. Hij had gehoopt dat ze op vrije voeten zouden komen. Mogelijk gebeurt dit toch via een omweg. Zo heeft Bulgarije een uitleveringsverdrag voor gevangenen met Libië of geeft de Libische leider Moamer Kadaffi hen pardon.

Voor de Hoogste Gerechtelijke Raad speelde een belangrijke rol bij de strafomzetting dat de nabestaanden van de slachtoffers definitief hadden ingestemd met een compensatieregeling. Elke familie kan 10 miljoen dollar smartengeld tegemoet zien. In totaal gaat het om een bedrag van 460 miljoen dollar. Bulgarije had samen met onder meer de EU een fonds opgericht om de miljoenen voor de vergoeding bijeen te brengen.

De Bulgaarse verpleegsters en de Palestijnse arts, die onlangs de Bulgaarse nationaliteit heeft gekregen, zitten al acht jaar vast. Zij hebben altijd volgehouden onschuldig te zijn. De kinderen in het ziekenhuis in Benghazi zouden al voor hun komst besmet zijn geraakt met hiv. De buitenlanders zouden zijn gebruikt als zondebok om de aandacht af te leiden van de slechte staat van de Libische gezondheidszorg.