Slachting onder dorpelingen in Irak
BAGDAD (ANP/AFP/RTR) – Soennitische opstandelingen hebben dinsdag in de Iraakse provincie Diyala, ten noorden van Bagdad, moordpartijen aangericht in een aantal dorpen. Zeker 41 sjiitische inwoners, onder wie veel vrouwen en kinderen, overleefden het niet.
Gewapende mannen vielen in de ochtendgloren eerst het dorp Duwailiya aan. Ze trokken van huis tot huis en schoten nagenoeg iedereen dood. Volgens een Iraakse veiligheidsfunctionaris droegen de daders uniformen van het Iraakse leger om de dorpelingen „in de war te brengen". Later op de dag was het de beurt aan een gehucht in de buurt. Gewapende mannen slachtten twaalf leden van een familie af.Duizenden Amerikaanse en Iraakse militairen lanceerden vorige maand een grote operatie om Diyala, waar zowel sjiieten, soennieten als Koerden leven, te zuiveren van soennitische rebellen van al-Qaeda in Irak. De gevechten waren geconcentreerd rond de provinciehoofdstad Baquba.
Volgens getuigen hebben veel militante strijders de stad weten te ontsnappen. Zij houden nu huis in dorpen en stadjes in de meer afgelegen gedeelten van de provincie. Zo kwamen anderhalve week geleden zeker 150 mensen om het leven bij een zware bomaanslag in een dorp net ten noorden van Diyala.
Het Amerikaanse leger voert, sinds de aanvoer van extra troepen dit voorjaar, in verscheidene delen van Irak operaties uit. Maandag begonnen de strijdkrachten een offensief in de centraal gelegen regio’s Babil, Karbala en Najaf.
Ook in de onrustige provincie Anbar in West-Irak zijn ruim 9000 Amerikaanse en Iraakse militairen een groot offensief begonnen. De actie die zondag is begonnen moet voorkomen dat rebellen de komende tijd voet aan de grond krijgen in steden in de Eufraat-vallei, meldde het leger dinsdag.
De grootste operatie vindt plaats in Bagdad zelf, waar de strijdkrachten sinds februari proberen het dagelijkse bloedvergieten te verminderen. Desondanks kostte een zelfmoordaanslag in de Iraakse hoofdstad dinsdag weer aan zeker twintig mensen het leven. Doelwit van de dader was een Iraakse legerpatrouille in het oosten van de stad.
In de Iraakse politiek was dinsdag een kleine doorbraak te melden. Na een boycot van vijf weken besloot de sjiitische fractie die loyaal is aan de geestelijke Muqtada al–Sadr, weer zitting te nemen in het parlement, deelde een van hun leiders mee.
Dat besluit zou tot stand zijn gekomen na toezeggingen van de regering dat een verwoeste sjiitische moskee in Samarra wordt herbouwd. Volgens Sadr was een aanslag in juni op de moskee mede mogelijk omdat Iraakse regeringstroepen het complex niet goed beschermden.
Het Sadr–blok bezet dertig van de 275 zetels in het parlement en een kwart van zetels in de regerende Verenigde Iraakse Alliantie van premier Nuri al–Maliki.
De Sadr–groep trok in april al zijn zes ministers terug uit de regering van Maliki. Dat gebeurde omdat de premier geen tijdschema wil opstellen voor de terugtrekking van de Amerikaanse troepen uit Irak. De ministers keren niet terug.