Controle op kinderopvang schiet tekort
DEN HAAG (ANP) - Een op de tien kinderdagverblijven krijgt niet de verplichte jaarlijkse inspectie. Dat heeft staatssecretaris Dijksma aan de Tweede Kamer geschreven.
Dijksma gaat de Inspectie Werk en Inkomen vragen welke gemeenten achterblijven. Vorig jaar bezochten de GGD’s 90 procent van de locaties in de kinderopvang. „Gemeenten noemen gebrek aan capaciteit bij de GGD als de voornaamste oorzaak. Bij grote gemeenten komt dit meer voor dan bij kleine”, aldus Dijksma.Overigens deden de GGD’s het vorig jaar wel beter dan in 2005. Driekwart van de gemeenten geeft aan eind 2006 beleid te hebben ontwikkeld voor toezicht op de kinderopvang. In 2005 gold dit slechts voor de helft van de gemeenten.
De GGD’s stellen in een reactie dat zij de opgaande lijn de komende jaren zullen doortrekken. De instellingen verwachten dat „het aantal locaties dat geïnspecteerd moet worden de komende jaren alleen maar toeneemt, onder meer door de groei van buitenschoolse opvang.”
De Wet kinderopvang is in 2005 van kracht geworden. Volgens deze wet zijn gemeenten verantwoordelijk voor toezicht op de kwaliteit van kinderopvang. Voor de uitvoering daarvan schakelen zij de plaatselijke GGD in.
Om het toezicht te versterken heeft het kabinet begin 2006 voor twee jaar subsidie gegeven aan de gemeenten en aan de GGD’s. Dijksma zegt nu dat zij de GGD’s ook de komende twee jaar met een subsidie zal ondersteunen om de inspecties op orde te krijgen. Verder gaat zij met gemeenten overleggen om ook hen langer te ondersteunen.
Het is onder meer de bedoeling dat de GGD’s gerichter gaan inspecteren. Dat betekent dat goede kinderdagverblijven minder vaak bezoek zullen krijgen. Dagverblijven die als slecht te boek staan, zullen vaker worden gecontroleerd.