Buitenland

”Mission impossible” voor Belgische formateur Leterme

BRUSSEL - De Belgische koning Albert heeft zondagavond de voorman van de Vlaamse christendemocraten, Yves Leterme, benoemd tot formateur voor de nieuw te vormen regering. Met name op het punt van de verhouding tussen Vlaams- en Franstaligen wacht hem een uiterst lastige taak. De meest voor de hand liggende coalitiepartners lieten maandag bovendien weten dat ze niet zomaar mee zullen doen in een nieuwe regering.

Mark Wallet
17 July 2007 08:50Gewijzigd op 14 November 2020 04:56

Het lag voor de hand dat de koning Leterme tot formateur zou benoemen. Met 800.000 voorkeurstemmen en een klaterende overwinning van zijn partij bij de verkiezingen van 10 juni vormde hij zonder meer de meest logische kandidaat. Het kwam voor velen echter als een verrassing dat hij afgelopen zondag al benoemd werd. Oud-premier Jean-Luc Dehaene leidde de besprekingen net tien dagen en had gezegd zeker tot 21 juli de tijd nodig te hebben. Hij gaf de koning zondag, in zijn eigen woorden, een „verre van afgeronde” opdracht terug.Dehaene had bij zijn aanstelling tot bemiddelaar al gesproken van een „mission impossible.” De verkiezingsuitslag maakt het namelijk knap lastig om tot een goede formatie te komen: in Wallonië zegevierden de liberalen, terwijl die in Vlaanderen juist stevig verloren ten voordele van de christendemocraten. De Waalse christendemocraten laten er ondertussen geen misverstand over bestaan het liefst met hun Waalse coalitiepartner, de socialisten, in zee te gaan. Vooralsnog is de inzet echter rooms-blauw.

De lastigste klus voor Leterme is consensus te bereiken tussen de Waalse en de Vlaamse partijen over mogelijke staatshervorming (de zogenoemde communautaire kwestie, zie kader). Leterme heeft in de verkiezingstijd bezworen enkel tot een regering toe te treden wanneer er duidelijke afspraken worden gemaakt over verdere bevoegdheidsoverdracht aan de drie gewesten. Met name de Waalse christendemocraten moeten daar echter niets van hebben. Ze vrezen dat België door de steeds verdergaande federalisering uiteen zal vallen.

Als belangrijkste verdienste van Dehaene bestempelden commentatoren dat hij een mokkende christendemocratische Waalse partijvoorzitster Joëlle Milquet over haar grootste vrees voor de Vlaamse zusterpartij heen heeft geholpen. Ze is nu bereid aan de tafel te gaan zitten, maar Milquet liet er maandagmiddag geen misverstand over bestaan dat er nog niets rond is. „Wij zullen (…) zoals altijd zeer waakzaam zijn wanneer het gaat om communautaire zaken.”

Ook de Vlaamse liberalen maakten maandag bij monde van voorzitter Bart Somers een pas op de plaats. De partij zal alleen toetreden wanneer er „een resoluut liberaal” sociaaleconomisch beleid komt. Somers: „Deel uitmaken van de volgende regering is geen doel op zich. Wie met ons praat, moet er zich van bewust zijn dat wij geen makkelijke klant zullen zijn.”

Op economisch gebied is er wellicht gemakkelijker overeenstemming tussen rooms en blauw te bereiken dan bij het voorgaande paars het geval was. Maar ieder is het erover eens dat Leterme voor een bijzonder lastige opdracht staat. De formateur liet maandag weten dat hij uiterlijk begin volgende week een formatienota wil presenteren.


Vijf staatshervormingen

Om de relatie tussen Frans-, Nederlands- en Duitstaligen in het land in goede banen te leiden kende België vanaf 1970 vijf staatshervormingen. In 1963 was het land al verdeeld in vier taalgebieden: Nederlands-, Frans-, Duits- en tweetalig.

-1970. De Vlamingen vragen meer culturele bevoegdheden, de Walen meer sociaaleconomische. Om de Vlamingen tegemoet te komen, worden cultuurgemeenschappen (een Vlaamse, een Franse en een Duitse) in het leven geroepen met cultuurraden. De cultuurraden worden vooralsnog gevormd door de taalgroepen in het nationale parlement. De raden krijgen wetgevende bevoegdheid op het gebied van cultuur; hun wetten heten decreten. Daarnaast worden er drie gewesten gecreëerd: een Vlaams, een Waals en een Duitstalig. Het Waalse gewest bestaat uit het Frans- en Duitstalige taalgebied. De bevoegdheden voor de gewesten worden nog niet geregeld.

-1980. De cultuurgemeenschappen worden gemeenschappen en hun bevoegdheden uitgebreid met ”persoonsgebonden aangelegenheden” zoals jeugd- en gezondheidszorg. De gewesten krijgen plaatsgebonden bevoegdheden op sociaaleconomisch gebied, zoals gewestelijke economische ontwikkeling en ruimtelijke ordening. Zowel gemeenschappen als gewesten krijgen eigen parlementen en regeringen. Vlaanderen besluit het gewest en de gemeenschap te laten fuseren en één parlement en regering te vormen. Het gewest Brussel krijgt nog geen eigen instellingen en bevoegdheden. Om bevoegdheidsconflicten te vermijden wordt een arbitragehof opgericht.

-1988-’89. De gemeenschappen krijgen aanzienlijke meer bevoegdheden op het gebied van onderwijs en economie. Het Brussels hoofdstedelijk gewest krijgt nu ook een eigen parlement en een regering, met een gewaarborgde vertegenwoordiging van de Nederlandstalige minderheid.

-1993. Met het Sint-Michielsakkoord wordt België officieel een federale staat. De bevoegdheden van gewesten en gemeenschappen worden verder uitgebreid. De gewestelijke en de gemeenschapsparlementen worden voortaan rechtstreeks gekozen.

-2001-2003. De gewesten krijgen extra bevoegdheden, zoals buitenlandse handel, landbouw en administratief toezicht op gemeenten en provincies. De werking van diverse politieke organen in Brussel wordt gewijzigd om te voorkomen dat het Vlaams Blok (het huidige Vlaams Belang) die zou blokkeren wanneer het aan de macht mocht komen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer