Vertrouwen in rechtspraak redelijk
DEN HAAG - Nederlanders hebben een redelijk vertrouwen in de rechtspraak. Dat blijkt uit een maandag gepresenteerd onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).
Het vertrouwen in de rechtspraak schommelt, maar daalt niet, constateert het SCP. Van de bevolking zegt 31 procent veel of heel veel vertrouwen in de rechters te hebben, 61 procent laat weten de stelling te onderschrijven ”In ons land kan een ieder erop rekenen dat de rechter zijn zaak onbevooroordeeld zal behandelen”. In 1980 zei 55 procent van de burgers het met die uitspraak eens te zijn.Rechtelijke dwalingen stellen het vertrouwen op de proef. Een voorbeeld daarvan is de onterechte veroordeling in de Schiedammer parkmoord. Volgens het SCP is de afname van het vertrouwen „van korte duur”, mits een blunder niet wordt gevolgd door een volgende gerechtelijke dwaling.
In internationaal opzicht kunnen Nederlandse magistraten een potje breken. Van de Nederlandse burgers is 61 procent ”geneigd te vertrouwen” in de rechtspraak. Daarmee staat Nederland op een gedeelde vierde plaats met Luxemburg, na Denemarken (81 procent), Finland (76 procent) en Oostenrijk (74 procent).
In Polen en Litouwen valt voor de magistraten nog een wereld te winnen. Daar heeft slechts ongeveer een kwart van de bevolking fiducie in de rechters.
Hoger opgeleiden hebben meer vertrouwen in de rechtspraak dan lager opgeleiden. Mannen hebben iets meer vertrouwen dan vrouwen. In achterstandswijken is er minder vertrouwen dan in gegoede buurten, maar het verschil is niet zo groot.