Kouchner erkende dat de sfeer soms gespannen was, maar benadrukte dat de bijeenkomst had beantwoord aan het doel: ervoor zorgen dat de partijen met elkaar gaan praten. „Ik denk dat ze erg blij zijn met elkaar te kunnen praten”, zei Kouchner.Er werd niet verwacht dat het informele beraad op een kasteel in La Celle Saint-Cloud, ten westen van Parijs, zou leiden tot een doorbraak tussen de door het Westen gesteunde premier en de door Hezbollah geleide oppositie. Het was de eerste ontmoeting tussen de veertien partijen sinds een conferentie met het doel te komen tot een nationale dialoog in november mislukte. Sindsdien escaleerde de politieke crisis, waardoor het parlement en het kabinet van premier Fuad Siniora nauwelijks nog kunnen functioneren.

Kouchner zei dat de partijen overeen zijn gekomen af te zien van geweld als middel van politieke strijd. Ook hebben zij overheersende invloed van partijen buiten Libanon in principe afgewezen. Op de vraag of dit betekent dat Hezbollah ermee heeft ingestemd Syrië en Iran buiten de deur te houden, antwoordde Kouchner evenwel: „Ik weet het niet, ik hoop het.”

Franse gezanten bespraken de plannen voor de conferentie met de Verenigde Staten en Iran, die beide schoorvoetend instemden, maar niet met Syrië. Critici zeiden dat Frankrijk en Kouchner alleen maar uit waren op prestigewinst, omdat de conferentie van het begin af aan geen concrete doelstellingen had. Kouchner zei dat hij op 28 juli naar Libanon zal reizen om het verzoeningsproces verder te begeleiden.

Kouchner vernam zondag van Libanese functionarissen dat de twee Israëlische militairen die Hezbollah vorig jaar in Libanon ontvoerde, nog in leven zijn. De ontvoering van Ehud Goldwasser en Eldad Regeve leidde tot een oorlog tussen Israël en de militante sjiitische beweging, waarbij honderden burgers om het leven kwamen. De oorlog eindigde met de terugtrekking van het Israëlische leger uit Zuid-Libanon en de komst van een VN-vredesmacht in dat gebied.

De strijd tussen de extremisten van Fatah al-Islam in het Palestijnse vluchtelingenkamp Nahr el-Bared bij Tripoli ging gisteren ondertussen onverminderd door. Het leger bestookte schuilplaatsen van de strijders met artillerie- en tankgranaten. Fatah al-Islam schoot zeker elf katjoesjaraketten af op doelen buiten het kamp. De projectielen belandden in open veld en er vielen geen slachtoffers, zeiden veiligheidsbronnen. Bij de strijd in het kamp sneuvelden ten minste twee militairen.

Het leger boekt geleidelijk winst in zijn poging de strijders in het kamp te isoleren. Ooggetuigen zeiden de Libanese vlag te hebben gezien op daken van vernielde gebouwen in het kamp die door het leger zijn veroverd. In de nauwe straten en steegjes van het kamp zouden verscheidene lichamen van omgekomen strijders liggen.