Alles verteerd
Ik zal in deze beschrijving drie bijzonderheden noemen. De eerste betreft de zondaar, die zo verwond is. Hij beseft zijn eigen ellende en zoekt elders hulp. Hij gaat echter niet tot Christus.
De tweede bijzonderheid is dat als hij alle middelen gebruikt heeft die hij kan, dat hij dan ziet dat hij geen hulp kan krijgen. Ja, hij wanhoopt ten enenmale enige hulp van zichzelf of van het schepsel te krijgen.De derde bijzonderheid is dat de ziel die aan alle hulp van zichzelf wanhoopt, neervalt voor de troon der genade en zegt: „Wil de Heere mij verdoemen, Hij heeft er recht toe.” Hij ziet nog niet dat hij zich voorneemt om op Gods barmhartigheid te wachten. Hij buigt zich onder de Heere en is tevreden als Hij doet wat Hij wil.
Wat het eerste betreft: De ziel zoekt elders hulp en niet bij Christus. Dit wordt uitgedrukt in het 15e vers. De verloren zoon wilde zijn deel en erfgoed hebben en niet altijd een slaaf zijn in het huis van zijn vader. Hij heeft het zijne gekregen en is weggegaan en heeft alles doorgebracht. Als alles verteerd is, komt er een grote hongersnood in dat land. Wat doet hij dan? Hij wilde nu niet meer zo dartel en verkwistend zijn, want de armoede benauwde hem. Hij is tevreden met alle middelen tot onderhoud te gebruiken. Hij wilde eerst alle moeite doen, eer hij naar huis, tot zijn vader wilde gaan.
Thomas Hooker, predikant in New England (”De ware zielsvernedering”, 1678)