De ABN AMRO-topman noemt de uitspraak van de Hoge Raad een belangrijke stap. Het hoogste rechtscollege bepaalde vrijdag dat de bank de verkoop van dochter LaSalle niet hoeft voor te leggen aan de aandeelhouders. Toch brengt de uitspraak nog niet de „helderheid waarnaar wij op zoek zijn.” De bestuursvoorzitter zegt te hopen dat die er binnen enkele maanden wel zal komen.De verkoop van LaSalle is onderdeel van de fusie van ABN AMRO met het Britse Barclays. Groenink zegt in het memo dat de uitspraak van de Hoge Raad de fusie dichterbij brengt. Hij voegt eraan toe dat ook andere partijen zich over de uitspraak zullen buigen. „Wees erop voorbereid dat er nog een hoop media-aandacht op ons afkomt.”

Groenink gaat in het memo ook in op een nieuwe actie van de Vereniging van Effectenbezitters (VEB), die deze week opnieuw naar de ondernemingskamer stapte. De VEB wil dat de rechter bij ABN AMRO drie onafhankelijke commissarissen benoemt, die zorg moeten dragen voor een ordentelijk verloop van het biedingsproces.

De ABN AMRO-topman zegt in het memo dat een nieuwe gang naar de rechter niet in het belang is van de betrokken partijen, en al helemaal niet in het belang van de aandeelhouders en de klanten van de bank. „Wij geloven dat dit verzoek alleen maar tot langere onzekerheid gaat leiden”, aldus de bestuursvoorzitter. De VEB was ook de partij die de verkoop van LaSalle bij de ondernemingskamer aanhangig had gemaakt.

Arnoud Boot, hoogleraar corporate finance en financiële markten aan de Universiteit van Amsterdam, vindt dat het arrest van de Hoge Raad voor duidelijkheid heeft gezorgd. „De uitspraak van de Hoge Raad over ABN AMRO betekent dat ondernemingen niet kunnen worden teruggefloten door aandeelhouders als er sprake is van verkoop van minder dan een derde van een bedrijf. Dat is bij dochterbedrijf LaSalle het geval.” Boot stelt wel vast dat het rechtscollege geen oordeel geeft over de gang van zaken rond de verkoop van LaSalle door ABN AMRO. „Wat ABN AMRO heeft gedaan om de biedingsstrijd te beïnvloeden, verdient geen schoonheidsprijs.”

Volgens hoogleraar Ruud Pruijm mag de juridische strijd om LaSalle dan wel gestreden zijn, maar hij ziet nog geen einde aan de strijd om ABN AMRO. „Het staat buiten kijf dat aandeelhouders nog steeds moeten instemmen met een overname door Barclays.” Pruijm is deskundige op het gebied van behoorlijk ondernemingsbestuur.

Volgens Pruijm is het waarschijnlijk dat Barclays slaagt in zijn opzet om ABN AMRO in te lijven. Gisteravond werd bekend dat Royal Bank of Scotland, Banco Santander en Fortis een nieuw bod voorbereiden. „Ook kunnen er andere kapers op de kust komen, zoals ING of Amerikaanse banken”, aldus Pruijm.

Barclays meldt ondertussen dat hij alles in het werk zal stellen om na een overname gedwongen ontslagen bij ABN AMRO in Nederland te voorkomen. De bonden hebben met de Britse bank afgesproken dat de zogenaamde mobility-cao, een soort sociaal plan, wordt aangepast, zodat niemand automatisch wordt ontslagen. Dat zei CNV-bestuurder Ahmed Kansouh gisteren. „Ik ben erg blij met deze toezegging. Er is nog geen duidelijkheid hoeveel arbeidsplaatsen in Nederland op de tocht komen te staan.”

De bestuurder ziet geen groot verschil met de garantie die Fortis eerder gaf. Deze bank beloofde dat er bij een overname van de Nederlandse ABN-activiteiten geen gedwongen ontslagen zouden vallen.

De garantie van de Britse bank betekent overigens niet dat er geen arbeidsplaatsen verloren gaan. Barclays heeft de vakbond toegezegd zo snel mogelijk met exacte cijfers te komen over het verlies aan arbeidsplaatsen in Nederland. Vakbonden FNV Bondgenoten en De Unie hopen dat de voor ABN AMRO gunstige uitspraak de overname van de bank in rustiger vaarwater brengt. „Het bankpersoneel heeft na alle onzekerheid recht op duidelijkheid en transparantie”, aldus De Unie. Volgens de vakbond voor middelbaar en hoger personeel komen de overnamebesprekingen van de bank nu in een eindfase.