Schipper: Pas op voor nonchalance
HEERENVEEN - Vaar nooit blind op je ervaring, want een ongeluk zit in een klein hoekje. Dat weet binnenvaartschipper Chris Hovestadt (59) uit Werkendam maar al te goed. „Gebruik je nuchtere verstand.”
„Iedere dode is er een te veel”, reageert de ervaren binnenvaartschipper op het nieuws dat vorig jaar negen mensen omkwamen in de binnenvaart. Dat aantal is opvallend hoog in vergelijking met voorgaande jaren, toen meestal een of twee varenden uit de sector een ongeval niet overleefden.Wordt het onveiliger in de binnenvaart? Die stelling wil Hovestadt, schipper van het 70 meter lange vrachtschip ms Speranza, „absoluut” niet onderschrijven. „Wetten en regels zijn aangescherpt. Ik betwijfel of er meer ongelukken gebeuren.”
Toch erkent Hovestadt, die deze vrijdagmorgen bezig is grind te lossen in Heerenveen, dat er aan de veiligheid in de binnenvaart nog wel wat te verbeteren valt. Bijvoorbeeld op het punt van het dragen van zwemvesten. „Vroeger was je een watje als je zo’n zwemvest droeg. Dat verandert toch langzamerhand. Ik denk dat het aandeel opvarenden op binnenschepen dat tijdens het werk een zwemvest draagt, tegen de 50 procent begint te lopen. Ik ben zelf in de winter strenger dan in de zomer. Zeker op bijvoorbeeld het IJsselmeer wil ik wel een zwemvest dragen als ik het schip schoonmaak. Op dit moment vaart mijn kleinzoon mee. Dan zeg ik: „Adriaan, zwemvest aan!” Dan moet ik zelf ook consequent zijn.”
Zit het niet in het bloed van zeelui om toch wat te marchanderen met veiligheidsregelgeving? „Je moet altijd oppassen voor nonchalance”, reageert de binnenvaartschipper, die sinds zijn twintigste in het vak zit. „Vorig jaar is er op het IJsselmeer bij Lemmer een collega verdronken. Hij had net grind gelost en was bezig het gangboord schoon te vegen. Toen is hij uitgegleden en in het water terechtgekomen. De man droeg geen zwemvest. Mij had zoiets ook kunnen overkomen. Je denkt even snel zonder zwemvest wat schoon te maken. Daar moet je dus mee oppassen.”
Zelf beschikt de schipper tot zijn tevredenheid over een jas waarin een zwemvest is gemaakt. „Die hangt hier aan een haakje in de stuurhut. Hij is vrij dik en beschermt goed tegen de kou. Je hebt ze in allerlei kleuren. De blauwe lijkt op het tenue van een brandweerman.”
In het dragen van zwemvesten tijdens het werk ziet Hovestadt duidelijk nut, anders is dat bij voorschriften waar hij de logica nauwelijks in kan ontdekken. „Wij zouden bijvoorbeeld schoenen met stalen neuzen moeten dragen voor onze veiligheid. Ik vind dat allemaal wat overdreven. Bovendien doe ik in de stuurhut de schoenen uit, om de smerigheid van het dek niet mee naar binnen te nemen. Anders krijg ik ruzie met mijn vrouw. Ook van het dragen van hesjes zie ik het nut niet in.”
In de zomermaanden houdt de Werkendammer soms zijn hart vast, bijvoorbeeld als plezierjachten door de kanalen in Friesland heen krioelen. „Ik kan wel zeggen dat het tussen Leeuwarden en Lemmer ’s zomers een drama is. Er varen hier momenteel gigantisch veel jachten. We moeten voortdurend op onze hoede zijn. Ik vraag me wel eens af: Is het nou nodig dat die jachten varen in grotere kanalen als het Prinses Margrietkanaal en het Van Harinxmakanaal? Er zo veel kleine kanaaltjes in Friesland waar jachten geen binnenvaart tegenkomen.”
Punt is dat een ongeladen schip een dode hoek heeft, waardoor de schipper vanuit de stuurhut jachtjes die vlak voor hem oversteken niet ziet. Als de Speranza leeg is, helt de voorkant zo’n 70 centimeter achterover. „Vooral mensen die een schip huren en geen vaarbewijs hebben, weten niet altijd dat een leeg schip een dode hoek heeft.” Ook zwemmers kunnen knap lastig zijn. „Sommigen duiken van bruggen en steigers af, net voor- of nadat een schip passeert. Maar gelukkig gebeuren er bij mijn weten nauwelijks ongelukken. Wel is het altijd opletten. Mijn vrouw is altijd weer blij als ik in de drukke Friese kanalen het roer overneem.”
Tot zijn opluchting heeft Hovestadt zelf op het water nooit ernstige ongevallen meegemaakt. Wel botste enkele jaren geleden een op drift geslagen tanker in de Rijn bij Bad Salzig op de Speranza. De averij bleef beperkt. „Dan vul je de paperassen in en ga je weer verder.”
Laten schippers hun verantwoordelijkheid kennen, benadrukt de Werkendammer. „Denk na over wat er mis kan gaan. Als het rond het vriespunt is, moet je mensen niet het dek laten schoonspuiten. Dan kan het glad worden en kunnen mensen van het dek glijden.”