Justitie wil onderzoek met DNA uitbreiden
DEN HAAG - Minister Hirsch Ballin van Justitie wil meer mogelijkheden voor DNA-onderzoek in strafzaken. Hij wil daarmee de criminaliteit effectiever bestrijden.
Een van de zaken die de minister wettelijk mogelijk wil maken, is het zogeheten DNA-verwantschapsonderzoek. Dat blijkt uit een adviesnota die hij woensdag stuurde naar verschillende juridische instanties, zoals het college van procureurs-generaal en de Nederlandse Orde van Advocaten.Het genetisch materiaal van bloedverwanten stemt in belangrijke mate overeen. Door DNA van een familielid van een mogelijke verdachte en een spoor van een onopgelost misdrijf met elkaar te vergelijken, kan duidelijk worden of het spoor afkomstig is van een bloedverwant van die persoon. Een dergelijke situatie kan zich bijvoorbeeld voordoen bij een verkachtingszaak. DNA-verwantschapsonderzoek wordt nu al toegepast bij de vaststelling van ouderschap en bij gezinshereniging in asielprocedures.
Volgens Hirsch Ballin bestaat er in de politiepraktijk grote behoefte om verwantschapsonderzoek toe te passen. Als het gewone DNA-onderzoek geen resultaten oplevert, kan met behulp van verwantschapsonderzoek de identiteit van de verdachte alsnog worden vastgesteld.
De minister stelt wel grenzen aan de nieuwe vorm van onderzoek. Het mag alleen worden toegepast bij een ernstig gewelds- of zedendelict. Bovendien moeten andere opsporingsmogelijkheden geen resultaat hebben. Verder moet er sprake zijn van een vrijwel volledig DNA-profiel in het spoor.
Verder wil de minister de bestaande DNA-techniek gaan inzetten tegen mensen die regelmatig inbreken of deelnemen aan groepsverkrachtigen. Verplichte deelname aan onderzoek kan bijdragen aan oplossing van oude en nieuwe misdrijven. Nu wordt de DNA-onderzoek alleen toegepast bij ernstige misdrijven.
De rechtspsycholoog prof. Elffers uit Leiden staat kritisch tegenover het voorstel van Hirsch Ballin om DNA-verwantschapsonderzoek wettelijk mogelijk te maken. Hij voorziet een aantal problemen op het punt van de privacy. „Mensen helpen daarmee onbedoeld mogelijk familieleden in de gevangenis. Dat wil niet iedereen.”
Verder wijst de hoogleraar erop dat door uitbreiding van het aantal DNA-onderzoeken de faalkans aanzienlijk toeneemt: „Dat moet de overheid manen tot voorzichtigheid.”