Binnenland

„Bewijs van goed gedrag in zorg nodig”

UTRECHT - Reclassering Nederland wil dat sollicitanten in de zorg een bewijs van goed gedrag moeten kunnen overleggen. Uit onderzoek blijkt dat artsen, verpleegkundigen en andere werknemers in de zorg ondanks een zedenverleden gewoon weer aan de slag kunnen in deze sector.

Binnenlandredactie
11 July 2007 11:47Gewijzigd op 14 November 2020 04:55

Uit een rondgang van het Algemeen Dagblad (AD) langs de zorginstellingen blijkt dat deze organisaties nauwelijks werknemers screenen op een mogelijk verleden van zedendelicten. Zo vragen ze sollicitanten bijna nooit om een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG). De overheid heeft dit middel juist in het leven geroepen om kwetsbare groepen te beschermen tegen misbruik. Gemeenten mogen deze verklaringen van goed gedrag alleen verstrekken als op basis van gegevens van politie en justitie blijkt dat de aanvrager niet betrokken is geweest bij strafbare zaken.Het AD-onderzoek toont aan dat vorig jaar driekwart van alle mensen die in de zorgsector ging werken geen VOG hoefde te laten zien. Reclassering Nederland reageert geschokt. Volgens de organisatie mag je mensen nooit neerzetten op een plek waar ze de fout in zijn gegaan. Reclassering Nederland vindt bovendien dat ziekenhuizen en andere instellingen er alles aan moeten doen om kwetsbare cliënten te beschermen tegen zedendelinquenten.

Een VOG, in de volksmond ook wel bewijs van goed gedrag genoemd, is verplicht voor onderwijzers en taxichauffeurs. Daarbij wordt wel onderscheid gemaakt in hoeverre eventuele strafbare feiten relevant zijn voor een nieuwe functie. Rijden onder invloed is bijvoorbeeld voor een onderwijzer niet van belang, maar wel voor een taxichauffeur.

CU-Kamerlid Anker kan goed begrijpen dat een verklaring voor onderwijzers verplicht is, maar vindt niet dat de zorgsector daartoe moet worden gedwongen. „Ik zou liever een klemmend beroep doen op de sector om zelf na te gaan voor welke functies het wenselijk is om zo’n verklaring van sollicitanten te vragen.”

Hij waarschuwt ervoor om alleen blind te staren op een bewijs van goed gedrag. „Het zegt wel iets, maar niet alles. Het is een goede referentie, maar niet meer dan dat. Iemand die voor de eerste keer in de fout gaat, kan zijn binnengekomen met zo’n VOG op zak.”

Eerder dit jaar sprak een Kamermeerderheid zich uit om de Verklaring Omtrent Gedrag breder in te zetten dan alleen voor beroepen. Met name voor vrijwilligers die met kinderen werken, willen de politici dat die moeten kunnen aantonen dat zij in het verleden geen zedendelicten hebben gepleegd.

Het ministerie van Justitie scherpte bovendien in januari van dit jaar de regels voor verstrekking van het bewijs van goed gedrag aan, nadat eind vorig jaar was gebleken dat een docent met een zedenverleden toch nog voor de klas stond.

Door de aangescherpte regels krijgen personen die in de afgelopen twintig jaar voor een zedendelict zijn veroordeeld tot een cel- of taakstraf geen VOG. Als iemand meer dan eens is veroordeeld voor een zedendelict zijn al zijn of haar kansen verkeken. Personen die de afgelopen tien jaar een alternatieve straf hebben gekregen, bijvoorbeeld een geldboete, of van wie de zedenzaak voorwaardelijk is geseponeerd, komen ook niet in aanmerking voor de verklaring.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer