Snel en handig op de digitale snelweg
BENNEKOM - Programma’s downloaden voor de kerk, een powerpointpresentatie maken voor de vrouwenvereniging. De Nieuwenhuizens (69 en 71) uit Bennekom weten de weg op de digitale snelweg.
Zo’n 85 procent van de jonge senioren (50-64 jaar) is in het bezit van een computer. Dat is ongeveer evenveel als de jongere bevolking (84 procent) en fors meer dan de 65- tot en met de 74-jarigen (50 procent). Van de 75-plussers heeft nog geen kwart (24 procent) een personal computer thuis staan. Dit blijkt uit een maandag gepresenteerd onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en SeniorWeb.Bij het echtpaar Nieuwenhuizen, lid van de gereformeerde gemeente in Wageningen, staan vier computers in huis. Een voor hem, een voor haar, een voor de kleinkinderen en een laptop voor de vakantie. Hij maakt gebruik van Windows98, zij van XP.
De Nieuwenhuizens zijn door het kerkelijk werk vertrouwd geraakt met de computer. Zo’n 34 jaar lang heeft mevrouw Nieuwenhuizen de kerkbode verzorgd. Aanvankelijk met typemachine en stencilapparaat, later met de opvolger van de Commodore 64, nog weer later met een snelle pc. Eerst met WP, later met Windows.
Sinds 1988 gebruikt Nieuwenhuizen, destijds scriba, voor de complete ledenadministratie het pc-programma Melite. „De administratie, de correspondentie en de notulen deden we al vroeg digitaal. Al in 1988 heeft de kerk een eigen computer aangeschaft.” Ook de zitplaatsenverdeling in het kerkgebouw is via de computer tot stand gekomen.
Mevrouw Nieuwenhuizen tekent voor het ontwerp van de kerkbode. Ze draait haar hand niet om voor de voorkanten van preekbandjes, de voorzijde van de ledenlijst en de inleggers voor de boeken die ouders krijgen na de doop van hun kind. „Allemaal met het tekenprogramma van Word.”
De Bennekomse maakt vakkundig foto’s. De afbeeldingen bewerkt ze met Photoshop en stuurt ze door via My Photo Funny. Vier werkdagen later ligt er een kloek fotoboek op de deurmat. De digitale camera -„een Canon Powershot, 7,1 megapixel”- heeft ze gekregen van de kerkenraad, nadat ze 34 jaar lang de kerkbode had verzorgd.
Een computercursus hebben de Nieuwenhuizens nooit gevolgd. „Gewoon doen”, zegt ze resoluut. „Laat het maar een keer fout gaan. Van fouten leer je het meest.” De twee konden altijd terugvallen op hun zoon, die als ict’er onder andere bij Baan en Profuse heeft gewerkt. „„Jan, hoe moet dit?” klonk het dan. Hij zal best wel eens hoofdpijn van ons hebben gekregen.”
Veel ouderen deinzen terug voor het digitale geweld. Zo niet de Nieuwenhuizens. Twee jaar geleden vierde de vrouwenvereniging haar veertigjarig bestaan. Van de gezellige avond met de kerkenraad heeft ze foto’s gemaakt. „Een paar maanden later hebben we de foto’s via een powerpointpresentatie bekeken”, zegt ze achteloos.
Eén keer in het jaar gaat mevrouw Nieuwenhuizen met vier weduwen uit de gemeente op vakantie. „Ik maak dan hevig foto’s. In vijf dagen tijd had ik 300 foto’s.” Die stuurt ze door via de pc. „Er is een nieuw programma op de markt. Daar kun je nog meer mee. Foto’s schuin afdrukken, bijschriften centreren, van alles. Ik kan bijna niet wachten om daar gebruik van te gaan maken. ’t Kriebelt wel.”
De Nieuwenhuizens werken aan een boek over het 75-jarig bestaan van de kerkelijke gemeente. Veel gegevens zoeken ze via internet. „Mijn vrouw is regelmatig op internet te vinden.” Sommige foto’s krijgen ze via Vereniging Oud Wageningen toegemaild. „Via de computer worden deze verder doorgestuurd en verwerkt.”
Nieuwenhuizen is lid van een diaconaal WMO-platform in de gemeenten Wageningen en Ede. „Stukken van de gemeenteraad download ik van de site van de gemeente.” Thuis is hij verantwoordelijk voor de financiën. „Dat is mijn taak. Wij interbankieren bij Postbank en SNS.”
Het echtpaar maakt sinds enige tijd gebruik van de mogelijkheden van een snelle adsl-verbinding van Kliksafe. „Een gewone telefoonlijn ging niet meer. Al die foto’s die je soms moet doorsturen.” Boven staan twee HP-scanners van 3600x7200 dpi om afbeeldingen eventueel in te lezen. „Gemakkelijk, hoor.”
Een website heeft ze nog niet gemaakt. Ze sluit niets uit. „Wie weet.”