Rouvoet: Kritiek op mij komt uit onwetendheid
DEN HAAG - Minister Rouvoet voor Jeugd en Gezin komt met ingrijpende voorstellen om onwillige jeugd in het gareel te houden en kindermishandeling te voorkomen. Naast waardering is er fundamentele kritiek, ook vanuit eigen gelederen. De bewindsman legt uit wat de achtergrond van zijn aanpak is.
Rouvoet geeft de overheid een stevige vinger in de pap bij de opvoeding van kinderen. Hij wil een elektronisch dossier waarin veel gegevens van kinderen op een rijtje staan, een risicoanalyse voor alle kinderen jonger dan vier jaar, verplichte opvoedingsondersteuning en een verwijsindex voor jongeren met problemen.De vraag dringt zich op in hoeverre de overheid een taak heeft bij de opvoeding van kinderen. Laat de bewindsman, die lid is van de ChristenUnie, zijn wortels, die liggen in het gedachtegoed van de soevereiniteit in eigen kring, niet los? Rienk Janssens, voormalig medewerker van het wetenschappelijk instituut van de ChristenUnie, veegde deze week in het Nederlands Dagblad de vloer aan met de overheidsbemoeienis bij de opvoeding van kinderen. En ook in de Tweede Kamer kreeg de minister deze week van enkele fracties de wind van voren.
Is het niet vreemd dat juist ú als ChristenUnie-leider met maatregelen komt om een inbreuk te maken op de soevereiniteit van gezinnen?
„Er zijn deze week veel misverstanden gerezen over de mate van overheidsbemoeienis in mijn voorstellen. Ik stond en sta op het standpunt dat de opvoeding een verantwoordelijkheid is van de ouders en dat de overheid daar verre van moet blijven. Soevereiniteit in eigen kring staat voorop. Maar dat is niet het eind van de discussie. De uiteindelijke norm voor het overheidshandelen is die van de publieke gerechtigheid. Als blijkt dat in gezinnen kinderen worden verwaarloosd of mishandeld, is de overheid wel gerechtigd in grijpen.”
Maar zo’n elektronisch kinddossier dat u voorstelt, is dat niet gevaarlijk?
„Nee, in zo’n dossier staat niet meer dan nu in de papieren rapporten die op consultatiebureaus van alle peuters aanwezig zijn. Het enige nieuwe is dat het dossier elektronisch wordt.”
En zo’n risicoanalyse die voor ieder kind onder de vier jaar moet worden gemaakt?
„Dat is ook niets nieuws. Zo’n analyse maakt nu reeds deel uit van de rapportage die consultatiebureaus opstellen. Daarin staat naast medische gegevens ook een aantal risicofactoren, bijvoorbeeld of het kind opgroeit in een eenoudergezin, over mishandeling in de familie, enzovoort.”
Wat voegt u dan op deze punten toe?
„Niet veel. Ik ga het stroomlijnen en uniformeren.”
Maar kunt u hiermee dan wel het grote kwaad van bijvoorbeeld kindermishandeling bestrijden?
„Nee, daar moet meer voor gebeuren. Het elektronisch kinddossier is daar een klein onderdeel van. Denk niet dat deze regering en deze minister alle problemen in de samenleving rond opvoeding kunnen oplossen. De praktijk is weerbarstig en het kwaad zit diep. We willen ouders helpen en ondersteunen om het beter te doen.”
Maar met verplichte opvoedingsondersteuning grijpt u wel diep in gezinssituaties.
„Opvoedingsondersteuning is vrijwillig, zij kan alleen worden verplicht als een rechter een zogeheten ondertoezichtstelling uitspreekt. Als een verplichte cursus met goed gevolg is afgelegd, kan de gezinsvoogd verdwijnen en kunnen de ouders de opvoeding weer op zich nemen.”
SGP-leider Van der Vlies vroeg deze week: Krijgen ouders die hun kinderen verbieden naar het sportveld te gaan te maken met verplichte opvoedondersteuning?
„Daar is geen sprake van. Ingrijpen is alleen aan de orde als kinderen worden mishandeld, verwaarloosd of bedreigd. De overheid bemoeit zich niet met de waarden en normen die ouders hun kroost bijbrengen.”
Maar de verwijsindex voor lastpakken dan, daarin zit toch allerlei gevoelige informatie?
„Nee, daarin staat juist geen enkele inhoudelijke informatie. Met de index kunnen deskundigen alleen zien wie met een bepaald probleem in een gezin bezig is. Zij kunnen vervolgens met elkaar contact opnemen om te voorkomen dat ze langs elkaar heen werken.”
In het boek ”Frisse lucht”, dat uw partij enkele weken geleden presenteerde, krijgt u het advies om in de opvoedondersteuning en gezinscoaching rekening te houden met verschillen in levensbeschouwing en daarmee samenhangende waarden en normen. Hoe gaat u dat doen?
„De overheid moet principieel gezien juist wegblijven van waarden en normen die in gezinnen worden overgedragen. Het gaat om het geven van pedagogische adviezen, niet meer dan dat. Degene die de opvoedingsondersteuning biedt, gaat niet over de vraag of kinderen televisie mogen kijken of mogen internetten. Nee, ze helpen ouders wel met de vraag hoe ze hun kinderen maat leren houden.”
Bent u niet bezig om een raamwerk op te zetten dat veel ingrijpender maatregelen in de toekomst mogelijk maakt?
„Geen sprake van. Ik meen dat de kritiek die deze week boven kwam drijven, grotendeels voortkomt uit onwetendheid over de huidige praktijk.”