Op 176 wielen rolt Y704 de hal uit
KRIMPEN A/D IJSSEL - Het grootste casco voor een jacht dat ooit in Nederland is gebouwd, werd gisteravond voorzichtig in de Nieuwe Maas gezet. „Hier kom je Monaco niet mee in.”
Het waait in Krimpen aan den IJssel dat het enige naam mag hebben. Schuimkopjes op de rivier. Het weer zal voor Machinefabriek Zwijnenburg deze avond niet bederven. Na de „magere jaren” is het vanavond een nieuwe mijlpaal: de tewaterzetting van het grootste complete casco van een jacht dat ooit in Nederland is gebouwd. „Aan één stuk dan”, verduidelijkt directeur Marcel Bresser.Casco Y704 past maar net in de bouwhal. Het megajacht is 85,4 meter lang, 13,8 meter breed en weeg 800 ton. In dertien maanden bouwde Zwijnenburg het in opdracht van OceAnco.
Om 18.45 uur rolt het gigantische casco op 176 wielen de hal uit. Een precisiewerkje, maar het gaat allemaal net. Aan de waterkant wordt het casco gedraaid om parallel aan de kade te komen. Drie drijvende bokken brengen de Y704 in zijn element.
De twee hoofdmotoren, van ieder 4680 paardenkrachten, worden vanaf maandag geïnstalleerd. Bresser: „Het casco zou met motoren erin niet te hijsen zijn.” De aluminium bovenbouw arriveert donderdag vanuit Polen in Krimpen: twee secties met een totaalgewicht van 180 ton.
Als het complete pakket in elkaar zit, gaat het schip voor de afbouw naar OceAnco in Alblasserdam. De gelukkige eigenaar kan eind volgend jaar met zijn boot varen. Wie overigens die eigenaar is, blijft lang ongewis. Een oliesjeik uit het Midden-Oosten? Of een Amerikaan die in de IT zijn geld verdient?
Wie zich realiseert dat een dergelijk jacht met alles erop en eraan ruim 1 miljoen euro per meter (!) kost, beseft dat hij of zijn goed in de slappe was moet zitten. Ook om er mee te varen. In de brandstoftanks aan boord gaat 285.000 liter.
De opdracht legt Zwijnenburg geen windieren. „Dit ene schip levert ons twee keer de vroegere jaaromzet op.” Het aantal personeelsleden van de Krimpense werf steeg in enkele jaren van 45 naar 120.
Het tij zit de vaderlandse jachtbouwers toch al mee. Volgens de Vereniging Nederlandse Scheepsbouw Industrie sleepten de bouwers van de megajachten vorig jaar voor maar liefst 1,1 miljard euro aan nieuwbouworders binnen. In 2005 was dat nog maar 700 miljoen euro. De megarijken der aarde die nu een jacht bestellen moeten tot 2011 wachten voor ze hun varende speelkasteel kunnen afhalen.
Meer sectoren profiteren van de booming business. De Noordelijke Hogeschool Leeuwarden (NHL) start in september een specialisatie jachtbouw. Deze specialisatie sluit volgens de NHL aan op de groeiende behoefte aan hoogopgeleide deskundigen jachtbouw en onderhoud.
In het casco Y704 zijn door Zwijnenburg veertig compartimenten gebouwd. Dat zijn onder andere zestien hutten voor de 26 bemanningsleden en de tanks voor zoet water met een capaciteit van 149.000 liter. Verder kan het schip boten bergen van maximaal 12 meter.
Volgens directeur Bresser is de race om het langste jacht nog lang niet gelopen. „Er wordt al gesproken over jachten van 100 meter. Op een gegeven moment is het niet meer te hanteren. Hier kom je de haven van Monaco al niet meer mee in.”
De complexe operatie neemt meer tijd in beslag dan vooraf door de jachtbouwers ingeschat. Rond 22.15 uur -de dekverlichting van de drijvende bokken is al aan- komt de Y704 los van de ’stoelen’ waar hij op leunt.
Als het casco even later in het water van de Nieuwe Maas drijft, is er champagne en zijn er alom tevreden gezichten. Zeker bij directeur Bresser. Hij werkt al weer aan het volgende complete casco. Inderdaad: de Y705.