Regering Moldavië stevig in het zadel
Vrijwel onopgemerkt door de media in het Westen, is eerder dit jaar vier maanden lang op massale wijze gedemonstreerd tegen de Moldavische regering. De positie van het kabinet, waarin de communisten de dienst uitmaken, is echter door de manifestaties geen moment bedreigd geweest. Landelijk heeft de partij zelfs aan populariteit gewonnen.
Bij de in april vorig jaar gehouden parlementsverkiezingen in de kleine voormalige Sovjetrepubliek Moldavië (ca. 3,5 miljoen inwoners) behaalde de pro-Russische communistische partij PCRM een forse overwinning. Hoewel zij 52 procent van de stemmen behaalde, kreeg de partij 70 afgevaardigden in het 101 zetels tellende parlement. De verdeeldheid van de overige partijen was zo groot, dat slechts twee van hen boven de kiesdrempel van 4 procent kwamen.
Nog dezelfde maand werd de nieuwe regering onder leiding van de 37-jarige Vasile Tarlev beëdigd. Naast de PCRM is nog één andere partij vertegenwoordigd in het kabinet, dat naast drie communisten voornamelijk technocraten telt.
Eerder dit jaar organiseerde de christen-democratische Volkspartij in de hoofdstad Chisinau maandenlang manifestaties tegen het regeringsbeleid, waaraan massaal gehoor werd gegeven. Aanvankelijk eisten de demonstranten van het overwegend Roemeenstalige land dat het Russisch niet langer een verplicht vak op school zou zijn -in het land wonen een half miljoen Russen en een ongeveer zelfde aantal Oekraïners- maar later wilde men niet minder dan het aftreden van de regering. Door bemiddeling van de Raad van Europa kwam een compromis uit de bus, de gemoederen kwamen tot bedaren, maar of dat op den duur veel oplost is de vraag.
In de ogen van een groot deel van de bevolking doet de nieuwe regering het overigens zo slecht nog niet, want volgens recente opiniepeilingen zouden de communisten nu zelfs op 73 procent van de stemmen kunnen rekenen, terwijl de christen-democratische oppositie niet verder komt dan een povere 6 procent.
De 21-jarige Moldavische student journalistiek Maxim Anmeghichean, die deze zomer met een delegatie ons land bezocht, meent dat de demonstraties vooral ten doel hadden aandacht te vragen voor de slechte staat van de democratie in Moldavië. Volgens Anmeghichean -hij publiceert in het Russischtalige tijdschrift Zjerkalo (Spiegel)- stellen de christen-democraten zich echter niet erg tactisch op. Ze zijn heel luidruchtig, laden de verdenking op zich de protesten vooral ten eigen bate te benutten en concentreren zich vrijwel uitsluitend op het beter opgeleide deel van de bevolking in de hoofdstad.
Vooral dat laatste ondermijnt de slagkracht van de oppositie, want de meeste televisiestations en kranten hebben slechts een bereik in Chisinau. Buiten de hoofdstad kunnen de mensen alleen de overheidszenders ontvangen en krijgen ze vrijwel uitsluitend regeringskranten in handen. In de dorpen is men zelfs verplicht geabonneerd op een soort huis-aan-huiskrant van de overheid.
Daar komt bij dat de communisten een hechte organisatie hebben, die in direct contact staat met de bevolking. Zij zorgden er het afgelopen jaar voor dat de broodprijs omlaagging (enorm belangrijk in dit straatarme land), de pensioenen stegen en de onderwijzerssalarissen werden verbeterd.
De sterke positie van de communisten heeft ook gevolgen voor de internationale positie van het land. Historisch gezien behoort Moldavië tot het Oosten én het Westen.
De huidige regering kiest voor Rusland, waarmee de sterkste handelsbetrekkingen bestaan. Voor een eventuele toetreding tot de EU op de (zeer lange) termijn zou dat negatieve consequenties kunnen hebben.