Zending: getuigenis in de vorm van dialoog
UTRECHT - Zending moet altijd een plaats geven aan het getuigenis van Jezus Christus, maar wel in dialoog met de ander, en zonder op de rechterstoel van God te willen zitten. Dat vindt prof. dr. Martha Th. Frederiks, sinds begin van deze maand bijzonder hoogleraar missiologie aan de Universiteit Utrecht. „De westerse theologie is nog vaak een onderonsje en staat te weinig open voor de niet-westerse kerk.”
Martha Frederiks (42) komt uit een Gereformeerde Bondsgemeente in Putten. Uit interesse voor het verschijnsel religie liet zij zich inschrijven voor de studie theologie aan de Rijksuniversiteit Utrecht. „Ik ben redelijk praktisch ingesteld. Ik dacht, met het oog op het krijgen van werk, laat ik islam als specialisatie nemen. Dat was achteraf een gouden greep. Ik heb daarom naast mijn theologiestudie anderhalf jaar Arabische taal en cultuur gestudeerd. Verder was ik vooral geïnteresseerd in de interreligieuze dialoog.”Omdat ze tijdens haar studie toch het gevoel had wat verwijderd te raken van de hoofdstroom van de christelijke theologie besloot ze de kerkelijke opleiding te kiezen. „De keus voor het predikantschap was gezien mijn achtergrond niet vanzelfsprekend. Ik heb mij echter nooit willen afzetten tegen mijn achtergrond, integendeel, ik waardeer de spiritualiteit die ik van huis uit en vanuit de Gereformeerde Bond heb meegekregen.”
Na de voltooiing van haar studie stuurde Frederiks een brief aan de Raad voor de Zending der Nederlandse Hervormde Kerk met de vraag „of de raad nog iets voor haar had”, en wel specifiek iets in relatie tot de islam. „Omdat net een week daarvoor een zendingspredikante in het West-Afrikaanse land Gambia te kennen had gegeven haar contract niet te willen verlengen, zag de Raad voor de Zending mijn brief als een duidelijke aanwijzing. En dus werd ik benoemd.”
De Raad voor de Zending had al decennialang contacten met Gambia. Frederiks was daar van 1993 tot 1999 zendingspredikant namens dit orgaan. Als adviseur voor christen-moslimrelaties was zij verbonden aan het Project for Christian Muslim Relations in Africa (ProCMuRA), dat in verschillende Afrikaanse landen actief is. Gedurende lange tijd vervulde zij daarbij tevens de rol van regionaal coördinator voor Engelstalig West-Afrika. Tevens werkte zij in die periode voor de Gambia Christian Council en voor de Methodist Church The Gambia, waaraan zij als zendingspredikant was uitgeleend.
Van de Gambianen is 97 procent moslim en slechts 3 procent christen. „Toch is het een land waar aanhangers van beide religies in harmonie met elkaar samenleven. Er was geen discussie over de sharia. In de meeste Afrikaanse landen waar christenen en moslims leven, zoals Sierra Leone, Ghana, Liberia, is er overigens over en weer een goede verstandhouding. Nigeria vormt een uitzondering.”
Frederiks constateert wel dat de laatste jaren de polarisatie toeneemt door fundamentalistische stromingen, zowel van christelijke als van moslimzijde. „De invloed van internet is daarbij groot, omdat men nu veel meer contacten heeft met de buitenwereld. Aan beide zijden zie je een proces van verharding. Tegelijkertijd zie je juist rond sociale thema’s nieuwe samenwerkingsvormen ontstaan, zoals op het punt van de bestrijding van aids en corruptie.”
Naar Nederland
In 1999 keerde Frederiks terug naar Nederland. Sindsdien vervulde zij diverse onderzoeks- en onderwijstaken aan het Interuniversitair Instituut voor Missiologie en Oecumenica (nu centrum IIMO) en het departement godgeleerdheid van de faculteit geesteswetenschappen van de Universiteit Utrecht. In 2003 promoveerde zij cum laude aan de Universiteit Utrecht op een proefschrift over het christendom in Gambia: ”We have toiled all night: Christianity in The Gambia 1456-2000”.
Dr. Frederiks volgt aan de Universiteit Utrecht als leerstoelhouder prof. dr. J. A. B. Jongeneel op, die als eerste bijzonder hoogleraar missiologie op de leerstoel in 2003 wegens emeritaat afscheid nam. In de tussenliggende periode was deze leerstoel vacant. De leerstoel, die sedert 1986 aan de Universiteit Utrecht is gevestigd, gaat uit van de Zending der Protestantse Kerk in Nederland.
De leeropdracht van Frederiks betreft „wereldchristendom en interreligieuze dialoog”. Frederiks: „Een belangrijk aandachtspunt is de vraag hoe het christendom zich ontwikkelt in de verschillende culturen. De verplaatsing van het christendom naar het zuidelijk halfrond stelt ons de vraag wat wij van niet-westerse kerken en hun theologie kunnen leren. In het Westen wordt de theologie vooral door de context van de verlichting gedomineerd. Dat is wel relevant voor onze situatie van secularisatie, maar is zeker niet universeel te noemen, zoals in het Westen nog vaak gedacht wordt.”
De theologische studie in Nederland is vaak erg afgebakend, vindt Frederiks. „Wat weten wij van de kerkgeschiedenis in bijvoorbeeld China, India, Egypte, of van bijvoorbeeld de oosterse orthodoxie? Ik pleit ervoor om tijdens de hele studie de enorme rijkdom van de christelijke traditie te laten zien. In Utrecht is tegenwoordig de cursus trouwens ”Christendom, een wereldreligie” voor alle studenten verplicht. Theologen staan de laatste tijd wel open voor bijdragen uit de niet-westerse wereld, maar het blijkt wel een lang proces te zijn.”
De missiologische leerstoel van Utrecht heeft al gezorgd voor dertig promoties onder leiding van prof. Jongeneel. Frederiks: „De Nederlandse regel dat voor promoties geen collegegeld betaald hoeft te worden, maakt het ook voor promovendi uit de niet-westerse wereld mogelijk in Utrecht te promoveren. Ze kunnen hun onderzoek voor een groot deel in hun eigen land doen en dan in Utrecht promoveren. Ik wil mij sterk maken voor continuering van deze trend en op die manier een bijdrage leveren aan kadervorming van theologen van overzee.”
Respect
Zending is voor Frederiks het getuigen van Jezus Christus, maar wel in dialoog met en respect voor elkaar. „God heeft een geschiedenis met alle mensen, en tegelijkertijd is er de uitnodiging om tot God in Christus te komen. Ik ga ervan uit dat bij de meeste mensen een bepaalde godskennis is waarbij de christelijke theologie kan aansluiten. Of mensen buiten Christus verloren gaan? Daar ga ik niet over. Mijn taak is om getuige te zijn, wat niet alleen een taak van het individu is, maar ook van de gemeente.”
Frederiks blijft naast haar hoogleraarschap voltijds verbonden aan het IIMO, waar zij nu directeur is. Ook blijft ze voorzitter van de Nederlandse Zendingsraad (NZR). „Het mooie van de NZR is dat mensen vanuit verschillende kerkelijke achtergronden, inclusief kerken en organisaties uit reformatorische en evangelische kring, met missionaire thema’s bezig zijn. Degenen die vroeger werden aangeduid als de oecumenicals en de evangelicals, zitten hier bij elkaar. Het is heel belangrijk om een plek te hebben waar je niet vanuit een concurrentiehouding bezig bent, maar dat je je vanuit een goede verstandhouding bezint op de essentie van zending. Zending is altijd grensoverschrijdend.”