Nederlandse missie Uruzgan onder druk
AII SHIRZAI - Majoor Stephan staat in een graanveld, middenin de Choravallei. Hij houdt de veldtelefoon aan zijn oor. In zijn andere hand heeft hij een Diemacogeweer, zijn vinger ligt langs de trekker. Hij heeft net gehoord dat de taliban „iets voorbereiden.”
De melding betekent doorgaans een hinderlaag. Links en rechts van hem liggen militairen in positie. Ze dragen donkergroene camouflagepakken. Ze behoren tot het ANA, het Afghaanse nationale leger. In Uruzgan wordt het te velde begeleid door Nederlandse militairen van het Operational Monitoring and Liaison Team (OMLT). Het OMLT vormt de schakel tussen het Afghaanse regeringsleger en ISAF.Er klinkt een schot, en nog één. „Zeg dat ze halt houden”, schreeuwt Stephan tegen zijn tolk, die naast hem in het graanveld hurkt. „Het heeft geen zin nu het gevecht aan te gaan.” De majoor laat het ANA liever contact maken met de bevolking om zo de taliban het gras voor de voeten weg te maaien.
Het versterken van de Afghaanse veiligheidstroepen is een kernpunt van de ISAF-missie. Daartoe leveren ISAF-landen OMLT-eenheden aan het Regional Command South van ISAF. Als het ANA goed functioneert, zal dat de veiligheid en het opbouwwerk bevorderen, is de gedachte. Luitenant Ivor: „We horen van alle kanten hoe belangrijk onze taak is. Het is onze exitstrategie. Maar we hebben te weinig mensen.”
Het Nederlandse OMLT begeleidt twee kandaks, het Afghaanse equivalent van een bataljon. Volgens de ISAF-eisen zouden er 38 Nederlandse OMLT’ers aan het werk moeten zijn, maar het team telt slechts 18 leden. De Canadezen hebben voor hun OMLT’s het dubbele van het voorgeschreven aantal militairen geleverd, de Britten zelfs het drievoudige.
De Nederlandse inspanning steekt daar schril bij af. Majoor Stephan: „Ik heb nu al veel te weinig mensen en er komen binnenkort nog zeker twee kandaks bij.” Luitenant Ayatollah, pelotonscommandant van het ANA in Chora: „Als er meer OMLT’ers zouden zijn, zou alles makkelijker gaan. Drie is te weinig hier in de groene zone.”
De zeven OMLT’ers die op Tarin Kowt zijn gestationeerd, draaien een loodzwaar schema. Steeds zijn drie van hen een week in Chora om met een ANA-compagnie de gevaarlijke groene zone in te trekken.
Er is regelmatig vuurcontact. Na een week Chora is er geen tijd om uit te rusten, want in Tarin Kowt wachten ANA-officieren op hun OMLT-begeleiding. Wachtmeester Harold: „We zijn wel wat gewend, maar als we in dit tempo doordraaien, gaan zelfs wij eraan.”
De onderbezetting heeft een levensgevaarlijk neveneffect: er is geen medische capaciteit. Ook de ANA heeft die niet. Luitenant Ayatollah: „Onze missies zijn erg gevaarlijk. Als tijdens een operatie iemand gewond raakt, kan hij sterven door bloedverlies. Ik ben daar steeds bang voor. Het zou ook jullie mensen kunnen kosten.”
Tijdens de bataljonsaanval twee weken geleden vroeg Stephan om medische ondersteuning, maar niemand kon verplegers missen.
De onderbezetting bij de troepen in Uruzgan heeft een levensgevaarlijk neveneffect: er is geen medische capaciteit. Ook het Afghaanse regeringsleger ANA heeft die niet.
Luitenant Ayatollah: „Onze missies zijn erg gevaarlijk. Als tijdens een operatie iemand gewond raakt, kan hij sterven door bloedverlies. Ik ben daar steeds bang voor. Het zou ook jullie mensen kunnen kosten.”
Tijdens de bataljonsaanval twee weken geleden rukten het ANA en zes van de zeven OMLT’ers op door de groene zone, waar de taliban zich schuilhield in de boomgaarden en huizen.
Majoor Stephan vroeg om medische ondersteuning, maar niemand kon verplegers missen. „Als iemand gewond was geraakt, had hij urenlang gestabiliseerd moeten worden voordat hij tijdens een gevechtspauze kon worden afgevoerd. Niemand in het OMLT zou dat hebben gekund.”
„Het operationeel maken van voldoende Afghaanse veiligheidstroepen is onze exitstrategie”, erkent kolonel H. van Griensven, commandant van Taskforce Uruzgan. Formeel vallen de OMLT’ers niet onder zijn commando, maar onder dat van ISAF. „Maar het zijn Nederlanders, dus ik voel me verantwoordelijk”, zegt Van Griensven.
Over enkele maanden zal de behoefte aan OMLT’ers nog groter worden, als het huidige ANA- infateriebataljon wordt aangevuld tot een brigade. Kolonel Van Griensven gaat nu staffunctionarissen van de taskforce inzetten om de druk op het OMLT te verkleinen. Hij gaat ervan uit dat dit niet de operationele capaciteit van de Taskforce Uruzgan schaadt. „Maar het is niet ideaal. De druk is hoog.”
In de periode september-november worden vanuit Nederland vier nieuwe en volledig gevulde OMLT’ers ingevlogen.
Van Griensven: „Ik vind dat in gevaarlijke situaties een medicus moet worden toegevoegd. Kan de taskforce die leveren? We zullen er wel weer een mouw aan passen.”
Woensdag bleek dat Choradistrictschef Ibrahim vluchtelingen naar huis had gestuurd toen de Nederlanders dat nog niet veilig achtten. Daardoor vielen er ten minste negen burgerdoden. Van Griensven: „Er is geen verplichting om de Afghaanse autoriteiten te informeren over een veiligheidsoperatie. Maar natuurlijk is er overleg. Dat was er ook met districtschef Ibrahim. Daarbij speelt betrouwbaarheid een grote rol. Ibrahim valt helaas in de categorie ”moeilijk te vertrouwen”.”