Max van den Berg leidde Groningen in de jaren zeventig ook al, al ging het toen om de hoofdstad van de provincie en was hij daar wethouder, een van de jongsten van Nederland.In zijn Groningse tijd stond Van den Berg bekend als de ”Raspoetin van het noorden” en als de ”ayatollah uit Groningen”. Die bijnamen, die hij niet alleen dankte aan zijn reputatie van sluwe machtspoliticus, maar ook aan zijn lange, zwarte baard, zijn hem nog lang zijn blijven achtervolgen.

Zijn imago is er de oorzaak van geweest dat Van den Berg nooit erg populair is geworden, ook niet in eigen kring. Waarschijnlijk mede daardoor liep hij in 1998 het ministerschap van Ontwikkelingssamenwerking, waarop hij zijn zinnen had gezet, mis.

De minister van Binnenlandse Zaken zal uiteindelijk een beslissing moeten nemen over de vraag wie de nieuwe Groningse commissaris wordt. Maar de voorkeur van Provinciale Staten, woensdag unaniem uitgesproken voor Van den Berg, zal bij die beslissing een belangrijke rol spelen.

De beoogde commissaris van de Koningin studeerde sociologie aan de Rijksuniversiteit Groningen en werd in diezelfde plaats in 1970 wethouder, tot 1978. Onder zijn leiding brak de PvdA in Groningen met het principe van een afspiegelingscollege. Daarin zaten bijna alle fracties.

Samen met Wallage, de huidige burgemeester van Groningen, stond hij aan de wieg van het eerste linkse Groningse college. Van den Berg kreeg landelijke bekendheid met de invoering van een zeer omstreden verkeerscirculatieplan, waardoor het centrum van Groningen als eerste in Nederland grotendeels autovrij werd.

Na zijn vertrek uit het college werd hij in 1979 partijvoorzitter van de PvdA. In 1986 verliet hij de politiek om directeur van Novib te worden.

In 1999 werd hij gekozen in het Europees Parlement, waar hij zich de afgelopen jaren wat minder polariserend opstelde dan in de jaren ’70 en ’80. Ook zijn baard is allang afgeschoren.