Genieten van de zonde
UTRECHT - Zeven Utrechtse musea stellen zaterdagavond en -nacht, tijdens de Museumnacht, de zeven hoofdzonden centraal. „Een zondig programma”, aldus de organisatie. Het Spoorwegmuseum spant de kroon met een erotisch danspaleis en ”polderporno”.
Op papier lijkt het programma voor de Utrechtse Museumnacht nog tamelijk serieus bedoeld. De zeven hoofdzonden -hoogmoed, hebzucht, lust, afgunst, gulzigheid, woede en gemakzucht- zijn al eeuwenlang een belangrijke inspiratiebron geweest voor kunstenaars. Dante schreef er zijn klassieke ”Divina Comedia” over en Hieronymus Bosch bouwde er bijna een heel oeuvre op.Maar beschouwt de moderne mens de hoofdzonden nog wel als zonde? zo vraagt de organisatie van de Museumnacht zich af. „En zo niet, wat vinden we dan nu zonde?” Dat zijn vragen waarover best nagedacht kan worden.
„De zeven hoofdzonden blijven fascineren”, stelt de organisatie vast. „Juist omdat ze een eeuwenoud, universeel verhaal vertellen. Van normen en waarden. Van schuld en boete. Laten we er daarom niet voor weglopen, maar de confrontatie aangaan.”
Het pijnpunt zit ’m in die confrontatie. De zeven Utrechtse musea (Centraal Museum, Geldmuseum, Catharijneconvent, Van Speelklok tot Pierement, Sonnenborg Museum en Sterrenwacht, Spoorwegmuseum en Universiteitsmuseum) brengen elk een hoofdzonde in beeld. Ze doen dat op een manier die geen ruimte laat om die zonden ook ernstig te nemen. Genot is het hoogste goed, lijkt de boodschap.
Het Spoorwegmuseum heeft om onduidelijke reden de ”lust” toebedeeld gekregen. Tijdens de Museumnacht verandert het Spoorwegmuseum in een erotisch danspaleis, „vol spannende hoekjes en verrassende wendingen.” De bezoekers worden geconfronteerd met „wellustige filmklassiekers”, een lingeriecatwalk en „projecties van pikante Peter van Straatentekeningen”. Het Spoorwegmuseum transformeert tot een zinnenprikkelende tempel, aldus de organisatie.
Ook in andere musea wordt het thema ”lust” ingezet om bezoekers te trekken. Zo is in het Geldmuseum een darkroom ingericht, waarin uit de doeken wordt gedaan hoever iemand kan gaan „om je weerspannige minnaar voor altijd te bezitten.”
Is dit de manier om mensen te laten nadenken over zonde? „Nee, nee”, reageert woordvoerder Roos Franssen van het Spoorwegmuseum. „Het is veel luchtiger dan dat. In het programma zit geen diepere boodschap. We bezorgen de mensen gewoon een leuke avond en hopen daarmee nieuwe bezoekers naar het Spoorwegmuseum te trekken.”
Het programma is heftig.
„Vindt u?”
Zeker voor een kindvriendelijk museum.
„Het programma begint pas om 21.00 uur, dus we verwachten geen jeugdige bezoekers.”
Het verband tussen erotiek en het Spoorwegmuseum is ver te zoeken.
„Wij hebben van de zeven deelnemende musea de grootste ontvangstruimte. Het Spoorwegmuseum is de eindhalte van het programma en wij kunnen voldoende mensen opvangen. En als de mensen eenmaal hier zijn geweest, weten ze de weg naar het museum te vinden. Daar gaat het ons om.”
Kunt u zich voorstellen dat mensen aanstoot nemen aan zo’n programma?
„Dat houd je altijd.”
Marc Verstappen, als curator verantwoordelijk voor de inhoudelijke kant van de zaak, erkent dat in het Spoorwegmuseum de zonde „het meest expliciet” wordt getoond. „Het lastige is dat mensen lust tegenwoordig niet meer als zonde ervaren. Daarom heb ik een aantal extremen neergezet.” Toch spreekt hij van een „braaf programma”. „Het is meer een Efteling voor volwassenen dan een seksparadijs. Mensen zijn wel wat gewend. Wie toch geshockeerd raakt, kan terecht in biechthokjes. Daar kunnen ze de vragen stellen die u stelt.”