Al-Qaida krijgt opnieuw twijfelachtige eer
LONDEN - Zodra de eerste berichten over de mislukte aanslagen in Londen en Glasgow binnendruppelden, viel ook het gevreesde woord ”al-Qaida”. Het is echter maar de vraag of het netwerk van Osama bin Laden achter de jongste terreurdreiging zit.
„Al-Qaida heeft de tactieken van Bagdad en Bali de straten van het Verenigd Koninkrijk binnengebracht”, wist Sir John Stevens, de vorige week benoemde antiterreuradviseur van de kersverse Britse premier Gordon Brown, direct in een reactie op de verijdelde terreuraanvallen te melden. „Dit is een ernstige escalatie van de oorlog die islamitische terroristen tegen ons voeren. Het is niet alleen het schrikbeeld van nog meer pogingen tot massamoord dat zo angstaanjagend is, als wel de verandering in de psychologische denkprocessen daarachter. Het is nu duidelijk dat er een los, maar dodelijk netwerk van onderling verbonden operationele terreurcellen is ontwikkeld.”Die constatering is zeker niet nieuw. Na de aanslagen van 11 september 2001 vernietigden de Verenigde Staten en Groot-Brittannië een groot deel van de infrastructuur -trainingskampen, wapenopslagplaatsen en communicatiestructuur- van al-Qaida in Afghanistan. Volgens terreurdeskundigen is het netwerk daarna verdergegaan als los verband van wereldwijd opererende cellen. Die worden weliswaar alle door de radicaal islamitische ideologie van al-Qaida geïnspireerd, maar staan niet noodzakelijkerwijs onder een centraal commando.
Dat maakt het lastiger om lokale terreurcellen aan te pakken, omdat zij niet via bestaande structuren zijn te achterhalen. Het brengt bovendien allerhande schimmige terreurbewegingen in de verleiding na een aanslag de verantwoordelijkheid namens al-Qaida op te eisen. Door het plegen van enkele spraakmakende terreuraanslagen -zoals de aanslagen van 11 september- heeft al-Qaida een gevreesde naam opgebouwd. Terroristen liften graag mee op de mythische waas die rond het netwerk van Osama bin Laden hangt, ongeacht of er daadwerkelijk banden met de Saudiër en zijn handlangers zijn. Zij vergeten overigens dat al-Qaida zelf vrijwel nooit de verantwoordelijkheid voor aanslagen opeist.
Blijkbaar doen autoriteiten en media even hard mee aan de verdere mythevorming rond al-Qaida. Na de aanslagen in Casablanca en Madrid -in 2003 en 2004- werd eveneens direct met de beschuldigende vinger naar het fundamentalistische terreurnetwerk gewezen. Later onderzoek wees uit dat de plegers van de aanslagen hoogstwaarschijnlijk niets met al-Qaida van doen hadden.
De manier waarop de mislukte aanslagen in Groot-Brittannië waren georganiseerd, is in elk geval in tegenspraak met de aan al-Qaida toegeschreven gedegen planning en coördinatie. De explosieven in de bomauto’s in Londen gingen niet af. Een Jeep, vermoedelijk gevuld met gasflessen en brandstof, wist niet tot in de terminal van Glasgow door te dringen, maar werd grotendeels gestopt door paaltjes voor de toegangsdeur. Dat verraadt ondeugdelijke voorbereiding.
De Britse antiterreuradviseur heeft echter wel gelijk als hij stelt dat met het inzetten van autobommen, mogelijk in combinatie met zelfmoordaanslagen, de tactiek van terroristen die het op Groot-Brittannië hebben voorzien wel degelijk is veranderd. Eerder werd vooral ingezet op gecoördineerde aanvallen, met zo veel mogelijk slachtoffers als doel, zoals de aanslagen op de Londense metro van twee jaar geleden. Autobommen maken wellicht minder slachtoffers, maar kunnen wel op veel grotere schaal worden ingezet en zijn veel lastiger te achterhalen, getuigen de gebeurtenissen in Irak.
De Britse politie heeft nu al de grootste moeite met terrorismebestrijding. Volgens de inlichtingendiensten zijn er op dit moment dertig potentiële terroristische samenzweringen gevolgd. Er zijn naar schatting 200 terroristische cellen in het Verenigd Koninkrijk actief en zo’n 2000 terreurverdachten worden permanent gevolgd.
Als de tactiek van de terroristen inderdaad verandert, belooft dat weinig goeds voor de Britse terreurbestrijding.