Opinie

Zeven zonden

„Zonde, zeg.” Een passerende collega tikte me op de vingers: „Je bedoelt waarschijnlijk: jammer?”

2 July 2007 09:27Gewijzigd op 14 November 2020 04:54

Vorige week schoot het voorval me weer te binnen. In de hal van Utrecht-Centraal, tussen de roltrappen naar de perrons 6/7 en 8/9 en boven de ingang van de Albert Heijn-to-go, hangt het grootste elektronisch billboard van Nederland: ruim 6 meter breed en 4 meter hoog. Vijf letters, elk manshoog, wit op zwart, vullen het scherm: ZONDE. Vijf seconden later rolt een foto met bewindslieden het scherm op en verschijnt het laatste nieuws over de participatietop.Een groot deel van de circa 250.000 voorbijgangers die dagelijks het reclamebord passeren, zal zich afvragen welk bedrijf op deze manier reclame maakt. Utrechtenaren kunnen beter weten: zij ontvingen anderhalve week geleden een setje stickers met dezelfde tekst erop. Die stickers moeten ze plakken op iets wat ze zonde of zondig vinden. Met subsidie van de gemeente Utrecht heeft een Amsterdamse kunstenaar een project bedacht om een aantal musea op de kaart te zetten. Zeven musea zullen op de zevende van de zevende -aanstaande zaterdag- zeven hoofdzonden zichtbaar maken. Luiheid, wellust, gierigheid, jaloezie, vraatzucht, woede en ijdelheid, zo sommen de organisatoren op.

De zeven hoofdzonden zijn een uitvinding van de vierde-eeuwse kloosterling Evagrius Ponticus. Eigenlijk telde hij acht hoofdzonden maar paus Gregorius de Grote voegde er omstreeks het jaar 600 twee samen (lusteloosheid en luiheid). Later is de samenstelling van het lijstje verschillende keren aangepast. Ook de volgorde veranderde: Evagrius rangschikte de zonden naar toenemende mate van egoïsme, maar Gregorius plaatste hoogmoed of ijdelheid juist voorop als wortelzonde, als „aanvoerder van het duivelse leger.”

De gedachte achter deze zondelijst is een eigenaardig rooms onderscheid tussen vergeeflijke en onvergeeflijke zonden. De eerste soort betreft lichte vergrijpen die al na een enkel gebed vergeven zijn. De hoofd- of doodzonden horen bij de laatste categorie. Ze zijn slechts te boeten door een straf in het vagevuur of de hel. De veertiende-eeuwse dichter Dante Alighieri beschreef de verschillende plaatsen waar de overtreders van deze zonden gestraft werden.

Is het Bijbels om zo’n opsomming van speciale zonden te maken? Gregorius beriep zich voor zijn lijst op Job, die in hoofdstuk 31 beschrijft dat hij zich hieraan niet vergrepen heeft. Het verschil tussen vergeeflijke en onvergeeflijke zonden is echter gebouwd op drijfzand.

Bestaan er dan geen ”kleine” zonden? De Engelse apologeet Lewis laat in een fictief gesprek de ene duivel tegen de andere zeggen: „Het doet er niets toe hoe klein de zonden zijn, als hun gezamenlijk effect maar is, dat ze de man wegloodsen van het Licht naar het Niets van buiten. Moord is niet beter dan een spel kaarten, als dat het kan bewerken.”

Een christen die een teer leven leidt, beseft dat ook de kleinste zonde een klap is op de doornenkroon van Christus. De Schotse puritein Gray schreef enkele eeuwen geleden dat veel christenen dat roomse onderscheid graag aangrijpen om sommige zonden aan de hand te kunnen houden. „Wanneer hebt u voor het laatst enkele uren afgezonderd om uw zonden te doden?” vraagt hij.

Het lijkt er niet op dat de Utrechtse organisatoren zich daar druk om hebben gemaakt. De invulling van de feesten in de aanstaande museumnacht -aangeduid als ”culturele zondedag”- laat daarover weinig twijfel bestaan. Zijn er nog wat stickers over? Dan zouden die het best op de voordeuren van de musea geplakt kunnen worden. Toch beseffen de musea kennelijk wel dat er wat mis is met zonde. Voorafgaand aan de feesten hebben de bewoners van het Utrechtse Museumkwartier speciale vuilniszakken gekregen om hun zonden kwijt te raken. Ze kunnen ze met de vuilnisman meegeven.

Dat schoon schip maken klinkt sympathiek, maar is tegelijk een pijnlijke minachting van het offer dat Christus moest brengen. Zondigen is niet zo goedkoop als ze in Utrecht denken. Dat musea dit thema willen belichten, is geen overdaad. Maar bij deze invulling past maar één woord: jammer. Of liever nog: zonde.

De auteur is adjunct-hoofdredacteur van deze krant. Reageren aan scribent? gedachtegoed@refdag.nl.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer