Homoadoptie
De homobeweging heeft deze week weer een succes geboekt. Homoparen kunnen binnenkort kinderen uit het buitenland adopteren. Een ruime Kamermeerderheid steunt het wetsvoorstel dat dit mogelijk maakt. Alleen de ChristenUnie en de SGP zijn verklaard tegenstander. Het CDA heeft eerdere bezwaren laten varen.
Onthutsend is deze gang van zaken zeker. Bij het aantreden van dit kabinet riepen voor- en tegenstanders dat we in jaren niet zo’n christelijke regering hadden gehad als nu, waar twee van de drie coalitiepartners expliciet de naam christen in het vaandel voeren. En juist onder dat bewind maakt de homobeweging een inhaalslag. Een voorbeeld: de ambtenaar die weigert homoparen te trouwen, komt buiten de orde te staan. Voor homoparen is nu bereikt dat ze de natuurlijke onmogelijkheid om kinderen te krijgen het hoofd kunnen bieden door adoptie. Het resultaat is de ’kroon’ op de ruïnering van de scheppingsorde.Dat dit alles juist onder dit kabinet met zijn sterkere profilering op christelijke waarden gebeurt, is schokkend. Het toont niet alleen de invloed van de homolobby, maar tekent ook de mate van moreel verval van onze samenleving. Met bijna missionaire drang is het nieuwe wetsvoorstel door het parlement gedrukt.
Daarbij gaan de parlementariërs voorbij aan het onbegrip dat Nederland hierbij in de wereld ontmoet. In veruit de meeste landen waar adoptiekinderen vandaan komen, is het voor homoparen onmogelijk om kinderen te verwerven. De zogenoemde ontwikkelingslanden hebben het vaak beter begrepen dan de westerse landen met hun hoog ontwikkelde beschaving: een kind gedijt het best als het wordt opgevoed door een vader en een moeder. Allerlei wetenschappelijke rapporten bevestigen dat. Maar de resultaten daarvan komen de homobeweging nu even niet uit.
Verbijsterend is ook het gemak waarmee de christendemocraten de plannen hebben geaccepteerd. Voorheen was het CDA tegen homoadoptie, nu is het voor. Het argument is dat door de erkenning van het homohuwelijk de homoparen recht hebben op gelijke behandeling ten opzichte van heteroparen. Als die laatste kinderen mogen adopteren, dan mogen de eerste dat ook. Daar spreekt een bepaalde gelatenheid uit. Wat blijft er dan over van de stelling dat christendemocraten een afremmende taak hebben in ethisch omstreden ontwikkelingen; een bewering die CDA’ers nogal eens gebruiken in het debat met bezwaarde christenen? Belangrijker is nog: hoe brengt het CDA, dat zich nog altijd zegt te oriënteren op de Bijbel, homoadoptie in overeenstemming met het Bijbelse spreken over huwelijk en gezin? Een oriëntatie die dat als resultaat heeft, is waarschijnlijk niet meer dan een vrijblijvend kennisnemen van het standpunt van de Bijbelschrijvers. Van binding aan Bijbelse uitgangspunten en scheppingsinstelling blijft niets over.
Ronduit jammer is ook dat de ChristenUnie wel heeft tegengestemd, maar binnen de regering geen aandrang heeft uitgeoefend op de andere coalitiepartners om dit voorstel niet te steunen. Natuurlijk, meeregeren leidt altijd toto compromissen sluiten. Vaak doet dat pijn. Ook de wet op homoadoptie zal de fractie en de bewindslieden veel hoofdbrekens hebben gekost. Maar hier was krachtiger optreden nodig. Niet-christenen, zoals D66-leider Pechtold, verbaasden zich er niet voor niets over dat voor de CU zo’n principieel punt kennelijk overkomelijk was om de samenwerking te handhaven. Die verbazing is te begrijpen. Bij het toestaan van homoadoptie gaat het om meer dan het aanvaarden van menselijke regels. Hier wordt zonneklaar het gebod van God welbewust met voeten getreden. Daarbij gaat het niet meer om de vraag wat politiek haalbaar is, maar om gehoorzaamheid aan de hoogste Wetgever.