Zwolle schrijft dat gemeentebesturen steeds vaker worden geconfronteerd met de erfenis van de vorige Vreemdelingenwet en de gevolgen van de invoering van de nieuwe Vreemdelingenwet.

Asielzoekers die in een procedure zitten die is gericht op een regulier verblijf in Nederland, moeten gebruik kunnen maken van de opvangvoorzieningen van het COA tot het moment van de definitieve uitspraak, aldus het stadsbestuur van Zwolle. Het vraagt verder aan de minister een actief beleid tot uitzetting te voeren voor asielzoekers die volledig zijn uitgeprocedeerd maar niet bereid zijn ons land uit eigener beweging te verlaten.

Het niet terugkeren van volledig uitgeprocedeerde asielzoekers betekent rondzwerven in de gemeente, zonder gebruik kunnen te maken van voorzieningen zoals maatschappelijke opvang en zonder een legale bron van inkomsten.

De gemeente Zwolle pleit voor het treffen van een eenmalige maatregel tot toekenning van verblijfsvergunning voor asielzoekers die reeds vóór 1 april 1998 een asielverzoek hebben ingediend, maar nog steeds in procedure zijn. „Het is voor ons zeer moeilijk te accepteren dat mensen die al vele jaren in Nederland verblijven, goed ingeburgerd zijn, van wie vaak kinderen hier naar school gaan en soms hier zelfs geboren zijn, uiteindelijk terug moeten keren naar hun eigen land. Gemeentebesturen komen door het rijksbeleid over asielzoekers veelvuldig voor het dilemma te staan dat zij formeel niets mogen doen, maar vanuit humaan oogpunt wel iets moeten doen”, aldus het Zwolse college in de brief aan de minister.