Hongkong; tien jaar Chinees en ook weer niet
HONGKONG (ANP) – Het regende pijpenstelen toen Groot-Brittannië op 30 juni 1997 om middernacht na 156 jaar overheersing de kroonkolonie Hongkong overdroeg aan de Chinezen. De welvarende kapitalistische metropool en het belangrijke financiële centrum kwam onder gezag van de alleenheersende communistische partij van moederland China en menigeen hield zijn hart vast.
Het noodweer was vast een symbolische voorbode van de ijzeren greep van de volksrepubliek die zou gaan komen, zo schreven critici destijds. Groot–Brittannië was weliswaar met China overeengekomen dat Hongkong zeker vijftig jaar lang het kapitalistische systeem en de vergaande autonomie mocht behouden, het stelsel van „een land-twee systemen" zou gedoemd zijn om te falen.Vriend en vijand moeten na een decennium vaststellen dat er weliswaar sprake is van een nog altijd ongemakkelijke relatie tussen China en Hongkong, maar de ijzeren grip is er niet gekomen. Hongkong heeft nog steeds een eigen munteenheid, een eigen landencode voor telefoonverkeer en het Britse juridische systeem, compleet met rechters die pruiken dragen.
Zelfs de Britse ex-premier Margaret Thatcher, die jaren onderhandelde over de voorwaarden voor de overdracht, erkende kortgeleden tegenover de BBC dat de zorgen destijds over de toekomst van Hongkong „grotendeels ongegrond" waren.
Duidelijk is echter ook dat het democratische gehalte, voor zover al aanwezig onder Britse heerschappij, van Hongkong deuken vertoont. Bestuurlijk heeft Peking de macht en de „minigrondwet" die Hongkong vergaande autonomie garandeert kan door Peking naar eigen inzicht worden geïnterpreteerd.
De bijna zeven miljoen inwoners van Hongkong hebben de afgelopen tien jaar behoorlijk vrij en welvarend kunnen leven, ondanks de grote financiële Aziatische crisis, de verspreiding van de longziekte SARS en een fors toegenomen luchtvervuiling van de stad.
De grootste crisis met China was in 2003 toen –ongekend– honderdduizenden mensen de straat op gingen om te betogen tegen nieuwe veiligheidswetten die de burgerrechten te veel zouden aantasten. De betoging was ook een uiting van onvrede over het feit dat de Hongkongers niet hun eigen leider mogen kiezen, de zogenoemde Chief Executive. Dat is een zaak die Peking regelt.
De toenmalige bestuurder Tung Chee-hwa vertrok uiteindelijk in 2005 wegens gezondheidsredenen en zijn opvolger Donald Tsang beloofde de burgers voor 2012 een oplossing voor het „democratische probleem". Het lijkt vooralsnog uitgesloten dat Peking volledig vrije verkiezingen zal toestaan in Hongkong. De Chinese leiders dulden simpelweg geen chef-bestuurder die mogelijk op ramkoers gaat met het moederland.
Het kapitalisme lijkt niet in gevaar in Hongkong. China mag dan communistisch in naam zijn, de economie is „booming" en voluit kapitalistisch. Hongkong speelt een belangrijke rol in het streven van China een echte wereldmacht te worden, al was het alleen al omdat Hongkong intussen New York heeft ingehaald als de (na Londen) op een na populairste plaats ter wereld om bedrijven naar de beurs te brengen.