Afghaan niet schuldig aan oorlogsmisdrijven
DEN HAAG (ANP) - De rechtbank in Den Haag heeft de Afghaanse voormalige militair Abdullah F. maandag vrijgesproken van martelingen die hij als generaal in de jaren tachtig in Afghanistan zou hebben gepleegd.
De rechtbank besloot de uitspraak, die voor vrijdag op de agenda stond, te vervroegen.F. was plaatsvervangend hoofd van de Afghaanse militaire inlichtingendienst Khad-e-Nezami. Volgens de rechtbank maakte deze organisatie zich op „aanmerkelijke schaal” schuldig aan mensenrechtenschendingen, zoals het martelen van gevangenen.
Toch is de rechtbank niet overtuigd dat F. zelf mensen heeft mishandeld die door de Khad gevangen waren genomen. De getuigenverklaringen en het steunbewijs zijn te onbetrouwbaar om tot die overtuiging te komen, aldus de rechter.
Ook spreekt de rechtbank de man vrij van de beschuldiging dat hij ondergeschikten zou hebben toegestaan gevangenen te martelen of wreed te behandelen. De rechters gaan ervan uit dat hij daarbij nauw betrokken is geweest, maar betwijfelen of hij daadwerkelijk in de positie was om maatregelen te treffen om lichamelijk geweld door verhoorders te voorkomen. Wegens die twijfel heeft de rechtbank de man moeten vrijspreken, meldde deze.
Het openbaar ministerie was ervan overtuigd dat F., die toen de rang van generaal had, in de jaren tachtig gevangenen heeft gemarteld. Na Hesamuddin H. en Habibullah J. is hij voorlopig de laatste Afghaanse oud-militair die in Nederland wordt vervolgd voor oorlogsmisdaden. Het gerechtshof in Den Haag legde H. en J. respectievelijk twaalf en negen jaar gevangenisstraf op.
Het OM is maandag direct in hoger beroep gegaan tegen de uitspraak, zei een woordvoerster van het landelijk parket. De officier van justitie had tien jaar cel geëist tegen F. „We kunnen ons niet vinden in de zienswijze van de rechtbank”, aldus het OM.
Advocaat Geert-Jan Knoops liet weten dat zijn cliënt F. maandag zou worden vrijgelaten. Hij zat ruim een jaar in voorarrest. Het strafrechtelijk onderzoek vond deels in Afghanistan plaats, waar het OM, de verdediging en de onderzoeksrechter naartoe afreisden, onder meer om getuigen te horen.