Ex-moslims roeren zich steeds meer
AMSTERDAM - De beweging van ex-moslims is sterk in opmars in Europa, zegt Ehsan Jami van het Comité voor Ex-moslims. „Het is een gigantisch probleem. Zie de tientallen internetfora. Als iemand uit de islam stapt, volgen bedreigingen, uitstotingen en isolement. Ik hoor hartverscheurende verhalen.”
Een moment tijdens een stevig debat gisteravond in een volgeboekte Rode Hoed te Amsterdam over godsdienstvrijheid en geloofsafval in Nederland.De publicist Paul Scheffer, een van de deelnemers aan het debat, stelt dat godsdienstvrijheid in Nederland altijd omstreden is geweest, waarbij hij verwijst naar de locatie van de Rode Hoed: een Amsterdamse schuilkerk uit 1630. Die vrijheid is volgens hem opnieuw uitgedaagd door de komst van een nieuwe religie: de islam. „Godsdienstvrijheid is een norm waaraan de Nederlandse samenleving zich moet meten. Het is onverdraaglijk om niet openlijk te kunnen zeggen dat je van je geloof bent afgevallen. Ik heb een duidelijk signaal van de overheid hierover gemist.”
Aan het debat namen verder deel filmer Eddy Terstall, minister Plasterk van Onderwijs, Ehsan Jami (Comité voor Ex-moslims), islamdeskundige Mohammed Cheppih, CDA-Tweede Kamerlid Van Haersma Buma, schrijfster en tolk Nahed Selim en arabist Hans Jansen.
Plasterk: „Ik ben op 14-jarige leeftijd van mijn geloof afgevallen. De vrijheid moet glashelder zijn. Er is een totaalrecht om van je geloof af te vallen.”
Scheffer: „Maar dat wordt niet duidelijk uitgedragen door de overheid.”
Plasterk stelt trots dat zijn partij, de PvdA, als enige dit beginsel in haar programma heeft opgenomen. Van Haersma Buma (CDA), laconiek: „Het staat niet in ons beginselprogramma, maar we erkennen het omdat het een rechtstreeks gevolg is van geloofsvrijheid. Als je het recht hebt om een geloof te kiezen, dan heb je ook het recht om daarvan af te stappen.”
In het kader van het bijzonder onderwijs heeft men het recht zijn eigen godsdienstige opvattingen uit te dragen, aldus de minister. „Je mag in het onderwijs zeggen dat, als je niet in Jezus gelooft, je eeuwig in de hel zult branden. De grens ligt daar waar aangezet wordt tot strafbare zaken.”
De Utrechtse arabist Jansen keert zich tegen de relativering van Koranverzen over de doodstraf voor afvallige moslims. „Het is uitermate prachtig dat moslims zeggen dat ze hier maling aan hebben, maar dat moeten ze in Mekka bekendmaken.”
Plasterk: „Als liberaal moet je blij zijn dat moslims die Koranverzen niet letterlijk nemen, zoals christenen dat doen met de passages uit het Bijbelboek Leviticus over homo’s.”
Jansen: „Het gaat er niet om of de tekst wel of niet letterlijk te nemen is, maar of die als jachtakte geldt. Dat is het probleem.”
De Egyptische schrijfster Nahed Selim stelt dat vooral de moslimfamilie verantwoordelijk is voor sociale uitsluiting. In Egypte is er officieel geen sprake van doodstraf bij overgang naar een andere religie, maar een moslim die christen wordt en zijn naam wil veranderen, krijgt te maken met doodsbedreigingen van de zijde van zijn familie.
Mohammed Cheppih wijst erop dat in de Koran nergens staat dat je het recht in eigen hand mag nemen. „De islam is niet verantwoordelijk voor iemands gedrag.”
Ook moslima Esmaa Alariachi redeneert in deze trant: „De islam is helemaal niet zo slecht. De moslims die bedreigend zijn, pak díé maar aan.”
Ehsan Jami reageert furieus op deze „honingzoete” woorden van Cheppih. „Zegt u deze dingen ook bij islamitische scholen, en in moskeeën?”
Cheppih, fel: „U heeft geen inzicht in wat er in de moslimwereld gebeurt. Ook moslims worden bedreigd.”
Jami: „U draait de zaken altijd om.”
Marcouch, stadsdeelvoorzitter Slotervaart (Amsterdam) vindt het niet relevant als iemand bedreigende soera’s citeert, wel als iemand met die soera’s mensen vrijheid ontneemt. „Over elke gek moet je je zorgen maken, zeker als je vindt dat de islam een bedreiging is voor de samenleving. Maar je moet het besluit willen nemen of de islam wel of niet bij de Nederlandse samenleving hoort. Je moet het niet over Marokko of Egypte hebben, maar over Nederland. Natuurlijk zijn er in Amsterdam die vinden dat geloofsafval de dood verdient, dat is het probleem.”
Uitvoerig komt het islamitisch onderwijs ter sprake. Nahed Selim: „Er zijn islamitische scholen in Nederland waar radicale boeken verplicht zijn, zoals ”De weg van de moslim”. Daarin staat dat afvalligen gedood dienen te worden. Zulke scholen worden door de overheid gefinancierd.”
Jami: „Ik ken talloze moskeeën waar men letterlijk zegt dat men niet met ex-moslims mag omgaan. Laten we dit probleem eens bij de wortel aanpakken. Hier ligt een taak voor de overheid om campagne te voeren, desnoods met een spotje van Postbus 51.”
Plasterk: „Hier ligt niet alleen een taak bij de inspectie van onderwijs, maar ook bij het openbaar ministerie. Als er dreiging is van haat en geweld, stap dan direct naar de politie, want dat is gewoon strafbaar.”
Hans Jansen onderstreept het verschil tussen afval in de Rooms-Katholieke Kerk en afval bij de islam. „Als je ex-katholiek wordt, krijg je een bosje bloemen van de pastoor. Als je ex-moslim wordt, heb je 1500 jaar onafgebroken geschiedenis van moord achter je.”