„Elke lezer sluit pact met Anne Frank”
AMSTERDAM - Het dagboek van Anne Frank spreekt nog steeds tot de verbeelding. Maandag, exact zestig jaar na de eerste publicatie van ”Het Achterhuis”, stond de magie van het boek op een symposium centraal.
Volkskrantrecensent en literatuurcriticus Arjan Peters maakt op het symposium duidelijk waarom ”Het Achterhuis” nog steeds wordt gelezen. Het zit ’m, meent Peters, vooral in de directe band die je als lezer met het dertienjarige, ondergedoken schoolmeisje ervaart. Elke lezer sluit een pact met de auteur, analyseert Peters. „Anne Frank schrijft: Ik heb geen vrienden. De lezer wordt als het ware een luisterend oor, zeker naarmate de wereld van Anne steeds kleiner wordt.”Het Achterhuis laat zich aldus Peters lezen als een opklimmende reeks van ellende in een zich steeds verengende wereld. Specifieke aandacht vraagt hij voor zinnen als: „Ik weet precies hoe ik zou willen zijn van binnen, maar helaas ik ben het alleen maar voor mezelf.” Peters herkent in ”Het Achterhuis” de romanstijl. Anne Frank is daarin als het ware haar eigen hoofdpersoon, „met haar stille binnenkant, die in het boek maar niet naar buiten komt.”
Pas als je heel persoonlijk en concreet wordt, kun je iets universeels aanboren, prijst Peters ”Het Achterhuis”. Hij roemt Anne Frank vanwege haar grote observatievermogen en haar wendbare stijl. De door het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD), uitgeverij Bert Bakker, stichting Anne Frank Huis en Anne Frank Fonds voor het symposium bedachte vraag hoe de blijvende populariteit van ”Het Achterhuis” is te verklaren, is daarmee wat Peters betreft goeddeels beantwoord: door de literaire kwaliteit.
Hoogleraar boekwetenschap Lisa Kuitert wil volledigheidshalve wel hebben gezegd dat het fameuze oorlogsdagboek ook een fikse portie geluk ten deel viel. Het genre oorlogsdagboek vonden veel literaire uitgeverijen na de oorlog maar amper de moeite waard. Niet uit te sluiten is dat ook ”Het Achterhuis” bij het oud papier zou zijn beland, als niet de befaamde historicus en hoogleraar Jan Romein er onder de titel ”Kinderstem” een wervend stuk over had geschreven op de voorpagina van Het Parool, aldus Kuitert.
Het artikel trok de aandacht van Fred Batten, redacteur van uitgeverij Contact, die er op zijn beurt in slaagde zijn directeuren te enthousiasmeren. De eerste publicatie op 25 juni 1947, een nooduitgave van 3600 exemplaren, werd nog datzelfde jaar gevolgd door een tweede druk van 6800 stuks. Daarna ging het snel: in 1950 rolden er 10.000 exemplaren van de drukpers, in 1952 152.000 en in 1955 900.000.
Zonder het optreden van vader en zakenman Otto Frank zijn die cijfers overigens niet te verklaren. Als na de zesde druk in 1950 de zevende wat lang op zich laat wachten, doet Frank de Nederlandse uitgeverijen een nieuwe wervingscampagne aan de hand. Ze moeten het idee wegnemen dat ”Het Achterhuis” een oorlogsdagboek is en in plaats daarvan meer de pedagogische en psychologische kwaliteiten ervan benadrukken. Een flyer moet de stormachtige verkoopsuccessen benadrukken in het buitenland.
Kuitert: „Het ging Frank niet om het geldelijk gewin. Hij werd gedreven door het ideaal dat iedereen het boek moest lezen en hij was nu eenmaal zakelijk.” Maar toch: „De eigenlijke uitgever was Otto Frank en ook met minder literaire kwaliteiten was het boek een bestseller geweest.”
De verkoopsuccessen hadden ook zo hun keerzijde, constateren diverse sprekers. Kuitert: „Door de commerciële machinerie is ”Het Achterhuis” een symbool geworden, zonder dat het gelezen wordt.” Omdat de voedingsbodem, ervaringsverhalen over de oorlog, steeds dieper wegzakt, moet ”Het Achterhuis” in de toekomst zichzelf verkopen, vult directeur Ten Have van het Centrum voor Holocaust en Genocidestudies aan.
Lukt dat? Ten Have: „Ja, boeken als ”Het Achterhuis” kunnen vragen beantwoorden als: Hoe volgden onderduikers het verloop van de oorlog? Hadden ze daar een goed beeld van en hoe werkte dat, net als hun maatschappelijke positie, door in hun ge- drag?”
Kuitert: „Ik ben ervan overtuigd dat het boek het zal redden. Uitgevers zullen het misschien herspellen. Dat is niet tegen te houden, maar misschien is het ook wel goed.”