’Ali Chemicali’ vecht doodvonnis aan
BAGDAD (ANP) – Het speciaal Iraakse Hoog Strafgerechtshof heeft zondag Ali Hassan al–Majid, alias Ali Chemicali, ter dood veroordeeld. De 66–jarige werd schuldig bevonden aan massamoord op Koerden eind jaren tachtig van de vorige eeuw, tijdens de zogeheten operatie Anfal. De neef van wijlen dictator Saddam Hussein tekende direct beroep aan tegen het doodvonnis.
Koerden in Noord–Irak vierden feest en spraken van gerechtigheid die eindelijk is gekomen. Bij de operatie Anfal tegen de Koerden zouden zeker 182.000 mannen, vrouwen en kinderen zijn gedood. Ali Chemicali verwierf zijn bijnaam door het inzetten van gifgas in deze operatie.Voor zijn aandeel in ’Anfal’ stond hij terecht met vijf anderen. De voormalige minister van Defensie, Sultan Hashim al–Tai, kreeg net als de hoofdverdachte de doodstraf. Ook de ex–chef van de Republikeinse Garde, Hussein Rashid al–Tikriti, werd tot de strop veroordeeld. Twee andere verdachten, een ex–commandant en een ex–hoofd van de militaire geheime dienst kregen levenslang. De zesde verdachte, een oud–gouverneur, werd wegens gebrek aan bewijs vrijgesproken.
Ali Chemicali reageerde gelaten op het vonnis. „Dank is aan God", zei hij slechts. De medeverdachten reageerden feller. Ze schreeuwden dat ze onschuldig zijn en dat ze „slechts Irak verdedigden". „Lang leve het dappere Iraakse leger, lange leve Irak!", zei Rashid al–Tikriti toen hij werd afgevoerd.
Verscheidene Koerdische functionarissen in Noord–Irak reageerden zondagmiddag verheugd op de vonnissen. Volgens de Britse omroep BBC gingen in sommige Koerdische dorpen mensen de straat op om te vieren dat Ali Chemicali en zijn ’bende’ eindelijk zijn gestraft.
Het proces was overigens niet vrij van smetten. De mensenrechtengroep Human Rights Watch (HRW) heeft gewezen op „ernstige gebreken" bij het speciaal Iraakse Hoog Strafgerechtshof. Dat zou in hoge mate worden gemanipuleerd door de Iraakse regering. De advocaten, en daarmee de verdachten, zouden onvoldoende ruimte krijgen om onder meer hun zaken voor te bereiden. De kritiek geldt zowel voor de zaak die speelde tegen de intussen geëxecuteerde Saddam Hussein als voor deze Anfal–zaak.
De advocaten van onder anderen Ali Chemicali hadden VN–chef Ban Ki–moon vorige week nog gevraagd het proces te stoppen. Die kan evenwel weinig doen, omdat het Iraakse hof niet onder toezicht van de Verenigde Naties valt. Het is formeel een Iraaks hof dat overigens wel organisatorische steun krijgt van de Amerikanen in Irak. De politici in het land trekken zich tot dusver weinig aan van de kritiek. Ze willen vooral dat er haast wordt gemaakt met de processen tegen figuren van het gevallen Saddam–regime.