Overtollige piloten willen in Libië werken
Zestien overtollige piloten van luchtvaartmaatschappij Schreiner Airways hebben donderdag in een kort geding in Haarlem geëist dat tenminste zes van hen in Libië aan de slag kunnen. Volgens de vliegers is hun werkgever op grond van de CAO verplicht hen naar dat land over te plaatsen.
Schreiner Airways, een middelgrote vliegmaatschappij met tweehonderd werknemers, is zowel in Europa als in Afrika actief met luchtvracht en helikoptervluchten. Door de internationale crisis in de luchtvaart moest het bedrijf eerder zijn vestigingen in Amsterdam en Brussel sluiten.
Met ingang van donderdag is ook een afdeling van Schreiner in Rotterdam dicht, waardoor zestien piloten hun werk verliezen. Volgens de vliegers moet Schreiner tenminste zes van hen naar Libië overplaatsen. De Afrikaanse tak van de vliegmaatschappij vervoert sinds begin jaren negentig gas en olie voor twee Libische staatsoliebedrijven.
Schreiner voelt er echter niets voor om Nederlandse vliegers in Libië in te zetten. Advocaat M. Keulaerds zei tijdens het proces dat Libische staatsbedrijven zeer kritische opdrachtgevers zijn. Hij citeerde de verklaring van een topman van Schreiner, waarin staat dat de Libiërs de samenwerking zullen stoppen als de huidige ploeg vliegers voor het grootste deel wordt vervangen. Bovendien zouden Nederlandse piloten onvoldoende gemotiveerd zijn om in Libië te vliegen.
De Vereniging van Nederlandse Verkeersvliegers (VNV), die de rechtszaak namens de gedupeerde piloten voert, vindt echter dat Schreiner gewoon de CAO moet naleven. De raadsman van de VNV, F. Grapperhaus, stelde ook dat de vliegmaatschappij de vakvereniging veel te laat heeft ingelicht over de „jobstijding” voor de vliegers. De advocaat voelde niets voor het voorstel van rechtbankpresident E. Stolp om nog eens met de vliegmaatschappij om de tafel te gaan om te proberen er samen uit te komen.
De uitspraak is op 12 september.