Roomse moraalrijders
”Een heer in het verkeer is vaak een vrouw”. Die sticker heeft heel wat auto’s gesierd, in de tijd dat er nog niet zoveel dames rondreden in lease-auto’s. Een ander attribuut dat met regelmaat op achterbumpers en kofferbakken kleeft is het ’visje’, het Ichthusteken. In beide gevallen wekt zo’n signalement verwachtingen over het rijgedrag van de chauffeur. Adeldom verplicht.
Hoort een christen herkenbaar te zijn aan zijn rijstijl? Het Vaticaan meent van wel en heeft daarom een verkeersvariant gemaakt op de Tien Geboden. Niet omdat het zo onveilig is in het ministaatje Vaticaan-stad -naar verluidt dateert het laatste verkeersongeval van anderhalf jaar geleden- maar omdat Rome bezorgd is over de moraal van de automobilist in de wereldwijde kerkstaat.Die zorgen zijn terecht en ze gelden inderdaad niet alleen voor temperamentvolle chauffeurs uit landen rond de Middellandse Zee. Nederlanders claxonneren minder vaak naar elkaar, maar hun gedrag op de weg is allerminst vriendelijk, laat staan veilig. Het aantal verkeersslachtoffers neemt al decennialang gestaag af, maar bij de presentatie van de cijfers, dit voorjaar, beklemtoonde minister Eurlings van Verkeer de noodzaak van een gedragsverandering.
Eurlings wees op het stijgende aantal oudere chauffeurs, mede door de vergrijzing, wat bij jongere rijders vaak ongeduld en agressie oproept. Het stalen koetswerk geeft sommige bestuurders een gevoel van onaantastbaarheid. Hun gedrag jegens medeweggebruikers wijkt daardoor af van de houding van elkaar passerende voetgangers of fietsers. Het opsteken van de middelvinger, bumperkleven en het produceren van herrie zijn het gevolg. Paradoxaal genoeg gaat de toename van de veiligheid zodoende gepaard met een toenemend gevoel van onveiligheid.
Wat moeten Nederlandse christenen zich aantrekken van de morele standaarden van het Vaticaan? De term ”Tien Geboden” is misplaatst, maar verder valt er veel van te leren. Als Paulus de inwoners van Rome aanraadt om deze wereld niet gelijkvormig te worden, bepleit hij een verandering die het hele leven doortrekt. Ook zonder ’visje’ achterop mag een chauffeur de snelheidslimieten niet aan zijn laars lappen. Dezelfde Paulus zegt dat de overheid door God is ingesteld en dus dienen ook dit soort wetten onverkort nageleefd te worden. Dat heeft niets te maken met wetticisme - het is het vanzelfsprekende gevolg van een leven in dienst van de Heere Die ons deze overheid juist tot ons welzijn heeft gegeven. Chauffeurs hebben ook een voorbeeldfunctie, zowel naar hun medeweggebruikers als naar inzittenden. Wie als vader door rood rijdt, moet niet verbaasd zijn als zijn kinderen op zaterdagavond te laat thuis komen.
Het is jammer dat in de media vooral de aandacht is gericht op de ’Tien Geboden’ terwijl er nog veel meer nuttige adviezen staan in de tientallen pagina’s van het document: waarschuwingen tegen prostitutie en vloeken, de oproep tot zelfbeheersing en evangelisatie langs de weg. Het zegenen van auto’s, het bidden van de rozenkrans tijdens het rijden en het aanroepen van beschermheiligen zijn minder geslaagde suggesties en kunnen beter vervangen worden door het gebed van Mozes of God met hem wilde meereizen.