Brussel wil Nederland tegemoet komen
De Europese Commissie bekijkt of het mogelijk is de rapporten over de nieuwe EU-lidstaten eerder dan 16 oktober vrij te geven. Als dat niet lukt, heeft de Tweede Kamer namelijk maar vijf dagen om ze te bestuderen en te debatteren over de uitbreiding van de Europese Unie met waarschijnlijk tien nieuwe landen.
Staatssecretaris Nicolaï van Europese Zaken zei donderdag na afloop van een debat over de EU op het instituut Clingendael dat commissievoorzitter Prodi vorige week tegen premier Balkenende had gezegd begrip te hebben voor het Nederlands probleem. „Dit is voor ons en voor de Kamer een principieel probleem”, zei Nicolaï „Het is niet dat we de commissie niet vertrouwen maar het gaat hier om de politieke conclusies die Nederland trekt uit de voortgangsrapporten.” Een meerderheid in de Tweede Kamer heeft al om meer tijd gevraagd om de rapporten te kunnen bestuderen.
De Deense minister voor Europese Zaken Haarder, donderdag op bezoek bij Nicolaï en minister De Hoop Scheffer, zei dat de Tweede Kamer eigenlijk niet hoeft te wachten totdat de rapporten op 16 oktober uitkomen. „Er is al zoveel bekend, ik heb zelf al stapels dossiers op mijn bureau liggen.”
Nicolaï maakte donderdag nog eens duidelijk dat Nederland erg hecht aan afspraken over de landbouwhervormingen, die tegelijk moeten worden gemaakt met het besluit over de uitbreiding van de EU. Nicolaï wilde het woord veto niet in de mond nemen, maar maakte wel duidelijk dat Nederland er de komende maanden alles aan zal doen om zijn zin te krijgen. „Voor een besluit over de uitbreiding zijn wel alle vijftien lidstaten en dus ook Nederland nodig.”
Nederland vindt samen met het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Zweden (de ’bende van vier’) dat de Europese landbouw veel te veel geld kost en dat de inkomenssteun voor boeren niet kan gelden voor de miljoenen boeren in Oost-Europese landen als Polen, Hongarije en Tsjechië. Een land als Frankrijk wil de inkomenssteun gewoon overeind houden omdat ook veel eigen boeren daarvan profiteren.
Denemarken, tot eind december EU-voorzitter, wil van de top in Kopenhagen hoe dan ook een succes maken en dus per se een positief besluit over de uitbreiding. „Er is voor de EU geen excuus. We moeten de onderhandelingen met de nieuwe landen in Kopenhagen afronden met een besluit over toetreding”, zei Haarder donderdag bij Clingendael.