”Waar engelen wonen en werken”
Titel: ”Waar engelen wonen en werken”
Auteur: dr. L. Floor
Uitgeverij: Groen, Heerenveen, 2006
ISBN 90 5829 717 9
Pagina’s: 134
Prijs: € 12,50.
Het is verrassend om te zien hoe vaak de engelen in de Heilige Schrift voorkomen. Van de hand van dr. L. Floor verscheen een doorwrochte studie, waarin zorgvuldig geluisterd wordt naar wat de Bijbel over de engelen zegt. In zijn inleiding wijst de schrijver op het feit dat engelen in deze tijd op nieuwe belangstelling kunnen rekenen. Er komen dan ook regelmatig publicaties uit. Alleen gaat het in veel gevallen om vage voorstellingen die meer geënt zijn op de menselijke geest dan op het schriftgetuigenis van de Heilige Geest. Déze uitgave wordt gekenmerkt door een zorgvuldig luisteren naar wat de Bijbel over engelen zegt.
Het boek bestaat uit twee hoofddelen. Eerst wordt er uitvoerig geschreven over de engelen van het licht, en vervolgens over de machten van de duisternis. Aan de orde komen zaken als wie engelen zijn, waarin ze op mensen lijken en waarin ze van mensen verschillen, de verscheidenheid binnen de engelenwereld, de taken die ze verrichten, en hun betrokkenheid bij de voleinding. Ook wordt er een hoofdstuk gewijd aan de vraag of er specifieke beschermengelen zijn. Luther bleek hier anders over te denken dan Calvijn.
Ik ben getroffen door de grote hoeveelheid teksten waarin engelen worden genoemd. Soms gaat het om een summiere aantekening waar we al gauw over heen lezen. Vooral in het hoofdstuk ”Paulus over de engelen” brengt de auteur zulke schriftgegevens naar voren. De engelen blijken in tal van opzichten nauw betrokken te zijn bij het leven van de christelijke gemeente.
Verhelderend is wat dr. Floor schrijft over het onderscheid tussen de stoffelijke en de geestelijke wereld. „De wereld waarin de engelen zich bewegen, is van een andere dimensie. (…) Hun wereld valt buiten onze zintuiglijke waarneming.” Daarom zijn we op Gods openbaring aangewezen. De onzienlijke wereld gaat voor ons niet open „door wetenschappelijke navorsing of door spiritistische voorstellingen.” Dit laatste dienen we vandaag goed in ons op te nemen, nu de hang naar een zweverige religiositeit zo groot is.
Instructief is ook het gedeelte over de machten van de duisternis. Zonder te vervallen in speculaties laat de schrijver zien hoe de Schrift spreekt over de oorsprong van de gevallen engelen. Hij spreekt van een „revolutie in de engelenwereld”. Al lezend krijgen we inzicht in de organisatie en de gevechtstactiek van de duivel. Gelukkig gaat het hier om een tegenstander die in de kracht van Christus weerstaan kan worden. Uiteindelijk loopt de geschiedenis uit op Gods eindoverwinning.
Voorzichtig wordt er ook gezocht naar een uitleg van de moeilijke gegevens uit de tweede Petrus- en de Judasbrief over kwade engelen die reeds in bewaring worden gehouden.
Het boek sluit af met een samenvatting en conclusies. De schrijver heeft er bewust van afgezien om aandacht te geven aan verschijningen van engelen buiten de Bijbel om. Er zijn in de loop van de geschiedenis heel wat verhalen in omloop gebracht. Maar dit is een onderwerp dat een afzonderlijke studie vergt.
Opmerkelijk is de conclusie dat engelen in het geheel van de godsopenbaring geen centrale plaats innemen. Christus is het centrum van de Heilige Schrift. Engelen zijn er om God groot te maken en om de gelovigen te dienen. Vandaar dat voor in het boek een regel uit de berijmde Psalm 150 staat afgedrukt: „Voor Zijn troon en hier beneden.” Als engelen meer aandacht krijgen dan Christus, „glijden we af naar het niveau van bijgeloof en ongeloof.”
De laatste regels onderstrepen dat het om een evenwichtige studie gaat die ik van harte kan aanbevelen. Een klein minpuntje: aan het begin kwam ik enkele herhalingen tegen. Vermoedelijk hangt dit samen met de indeling van de stof. Voor wie dit boek leest, gaat er een wereld open. Gods openbaring bevat elementen die ons gemakkelijk ontgaan, terwijl ze ons zicht op Zijn grootheid juist kunnen verrijken.