Cultuur & boeken

”Privé in de politieke biografie”

Titel: ”Privé in de politieke biografie”
Auteur: Hans Renders en Gerrit Voerman (red.)
Uitgeverij: Boom, Amsterdam, 2007
ISBN 978 90 8506 393 3
Pagina’s: 148
Prijs: € 19,50.

Kees de Groot
20 June 2007 13:51Gewijzigd op 14 November 2020 04:52

Privézaken van politici blijven in principe onder de pet, luidt de ongeschreven code voor de parlementaire pers. Biografen daarentegen zijn niet gebonden aan de regel om terughoudend te zijn over het privéleven van hun protagonist of hoofdpersoon. In de praktijk waren ze dat vaak wel. Een verklaring daarvoor is de verzuiling. „Kennelijk kunnen op het Binnenhof pikante kwesties bestaan waar de pers weet van heeft, die de pers doelbewust niet publiceert, terwijl ze een politieke relevantie kunnen krijgen indien er wél over wordt gepubliceerd”, schreef redacteur Jean-Pierre Geelen van De Journalist in 1998 in zijn boek ”Het Haagse huwelijk”. Voor journalisten, luidt zijn verklaring, geldt het credo: Over het privéleven van politici schrijven wij niet, tenzij aspecten daarvan betekenis hebben voor het politiek functioneren van de persoon in kwestie.

Die ongeschreven regel komt terug in de bijdragen van politicoloog Paul van der Steen, biograaf van KVP’er Cals, en columniste Elsbeth Etty van NRC Handelsblad, tevens biografe van Henriette Roland Holst, aan het boek ”Privé in de politieke biografie”. Van der Steen vraagt zich af hoelang de code nog blijft gelden, nu politici de laatste jaren op allerlei manieren „zelf wel nadrukkelijk de mens achter de volksvertegenwoordiger uitventen.” Het kan niet anders, denkt de biograaf, of de ontboezemingen van politici over hun privéleven trekken de serieuze media mee.

Voor biografen geldt geen ongeschreven code over privékwesties, schrijft Van der Steen. Etty vult aan dat journalisten en biografen een verschillende werkwijze hebben. Journalisten verdiepen zich in levende politici. Hun onthullingen kunnen direct politieke gevolgen hebben. Biografen houden zich „idealiter” bezig met een leven dat is afgerond. „Het onthullen van geheimen kan dan hooguit pijnlijk zijn voor nabestaanden, maar ze hebben geen invloed op het heden en op het beschreven leven zelf. Wel zijn ze onontbeerlijk voor het getrouw in beeld brengen van een leven en het plaatsen daarvan in zijn tijd.”

Verzuiling

De praktijk heeft vooral in de vorige eeuw echter uitgewezen dat biografen, ondanks het ontbreken van een ongeschreven code, terughoudend zijn met mededelingen over het privéleven van politici. Etty verklaart die terughoudendheid vanuit de verzuiling. Gereformeerden portretteerden gereformeerden, katholieken katholieken en sociaaldemocraten sociaaldemocraten. „De eigen zuil werd verheerlijkt, en een voorman van wie bekend werd dat hij de beginselen van die zuil had verloochend, kon moeilijk meer als voorbeeld dienen.”

De columniste poneert de stelling dat verzuilde schrijvers van politieke biografieën hun helden modelleerden naar de waarden van de zuil die ze vertegenwoordigden. „Gedragingen die daar niet mee strookten, werden zonder scrupules onder de pet gehouden. Anders kwam de geloofwaardigheid van de zuil in het geding.”

Als bewijs voor haar stelling memoreert Etty dat Colijnvorsers van de Vrije Universiteit (VU) „niet voor niets” jarenlang de brief hebben „verdonkeremaand” waarin toenmalig luitenant Colijn zijn naasten op de hoogte stelt van de manier waarop hij de orde handhaafde in het Indonesische Lombok. „Iemand die opdracht geeft tot een oorlogsmisdaad en daar zonder enige gewetenswroeging verslag van doet aan zijn familie is nu eenmaal geen voorbeeld van christelijke naastenliefde.”

Het bestaan van de brief werd pas in 2004 onthuld door VU-historicus Herman Langeveld in zijn biografie van Colijn. Etty noemt het een „veel groter waagstuk” dat Langeveld uitvoerig schrijft over de buitenechtelijke relatie die Colijn zou hebben onderhouden met de Duitse Hella Schulz. Hoewel de historicus daarvoor geen sluitend bewijs kon leveren, juicht Etty het toe dat Langeveld poogt aan te tonen dat Colijn „het met de christelijke huwelijksmoraal niet zo nauw nam.”

Een „verzuilde biograaf of starre wetenschapper zou het onbewijsbare gedeelte van de Schultz-affaire niet hebben opgenomen”, vermoedt de NRC-colunniste. Etty realiseert zich kennelijk niet dat er naast godsdienstige en wetenschappelijke redenen ook morele argumenten zijn om de reputatie van mensen niet nodeloos te beschadigen.

Loden last

Van der Steen schrijft in zijn bijdrage ook over de worsteling van hoogleraar Doeke Bosscher van de Rijksuniversiteit Groningen met zijn biografie van PvdA-leider en premier Den Uyl. De biografie werd hem een loden last, vooral na de dood van Den Uyl, omdat de politicus „stilaan een heiligenstatus had gekregen, was uitgegroeid tot een icoon.” Doordringen tot het wezen van de gebiografeerde werd zo goed als onmogelijk, omdat bekenden van Den Uyl weigerden diens roem in perspectief te plaatsen. Bosscher gaf zijn poging op.

Dat gold ook voor journalist Gerard Mulder, die hetzelfde plan had opgevat als Bosscher, maar stopte wegens een gebrek aan fondsen en omdat de familie van Den Uyl weigerde mee te werken.

Volkskrantcolumniste Anet Bleich kondigde in 2000 een nieuwe poging aan. Ze verwachtte toen vijf jaar nodig te hebben voor de biografie, die later dit jaar moet verschijnen. In tegenstelling tot haar laatste voorganger kreeg Bleich wel volledige inzage in het omvangrijke privéarchief van Den Uyl en sprak ze een aantal keer met diens dochter Saskia Noorman-den Uyl.

Den Uyls nabestaanden stonden niet te springen om mee te werken, ervoer Bleich. „De familie was huiverig voor een boek dat verder zou gaan dan een politieke biografie, ook al omdat Den Uyl zelf zijn privéleven altijd heeft afgeschermd”, aldus de columniste in NRC Handelsblad. „Ik vind echter dat een biografie ook over de persoonlijkheid van een politicus moet gaan en over de wijze waarop hij leefde.” Voor dat argument bleek de familie Den Uyl na zeven weken bedenktijd ten slotte gevoelig.

Afgaande op de ervaring van haar voorgangers, zou de kans klein moeten zijn dat Bleich slaagt in haar opzet. Van der Steen schrijft echter hoopvol dat de kans op een goede biografie met het verstrijken van de tijd groter wordt. De meeste betrokkenen slagen er na verloop van jaren namelijk in enige afstand te nemen tot de gebiografeerde. „Wie wat geduld heeft, maakt met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid een indringender portret”, aldus Van der Steen. Dat belooft wat voor de biografie van Bleich.

Spannend

Sommige hoofdstukken in ”Privé in de politieke biografie”, bijvoorbeeld dat van hoogleraar Koole over politieke partijen en de privacy van politici, sluiten pas op de valreep af met enkele opmerkingen over de politieke biografie. Daardoor ontstaat de indruk dat dit wat plichtmatig is gebeurd.

De tien bijdragen aan de bundel zijn ook niet allemaal even spannend. Met name het hoofdstuk van oud-hoogleraar Joop Ellemers met sceptische notities over het wetenschappelijk karakter van biografieën is behoorlijk droog. Lezenswaardig daarentegen is het hoofdstuk van Dreesbiograaf Jelle Gaemers, die zijn verhaal omlijst met tal van anekdotes.

Hij verhaalt dat Drees tijdens zijn werkzame leven zeer terughoudend was met mededelingen over privézaken. Een verslaggever van De Groene Amsterdammer interviewde Drees in 1939 voor de artikelenreeks ”Onze politici thuis”. Dat werd geen succes. „Er is een categorie menschen die nieuwsgierige journalisten schier tot wanhoop brengt: dat zijn de bescheidenen”, aldus de redacteur. „Tot dezulken behoort Drees. (…) Wee de journalist, die persoonlijke vragen stelt! De vraag wordt niet genegeerd (tenslotte is Drees de vriendelijkheid zelve!), maar het antwoord, protesteerend begeleid met afwerende handgebaren en een haast verlegen glimlach, buigt onmiddellijk af naar het onpersoonlijke… of de spreker die anders wel met vuur het woord kan voeren, gaat hakkelen en zwijgt. O, die bescheidenheid!”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer